Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Toetsbespreking 1.1 + 1.3
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Controleren
Reflecteren
Leren voor in de toekomst
Slide 2 - Diapositive
Werkwijze
Tel punten na
Alleen potlood
Stel vragen
Onduidelijk? Noteer *
Slide 3 - Diapositive
Vraag 1
Er waren veel overblijfselen van de Grieks-Romeinse cultuur, zowel architectonisch als geschreven bronnen. Door de groeiende economische welvaart verschoof in deze steden de mentaliteit naar carpe diem en was er een groeiende vraag naar fraaie huizen en kunst. Humanisten onderzochten teksten uit de Grieks-Romeinse tijd.
Slide 4 - Diapositive
Vraag 2
In de Middeleeuwen moest je van de kerk veel bezig zijn met de dood. De Grieken en Romeinen vonden het leven geen voorbereiding op de dood. Je moest van het leven op aarde genieten en dat denkbeeld werd overgenomen t.t.v. de Renaissance.
Slide 5 - Diapositive
Vraag 3
Humanisme is de stroming onder geleerden die bij hun werk het zelfstandig denken van de mens belangrijk vonden. Dat is ook een eigenschap van de Renaissance i.t.t. de Middeleeuwen. Ieder mens is belangrijk, de mens staat centraal.
Slide 6 - Diapositive
Vraag 4
Het gegeven past bij de Renaissance omdat men tijdens de Renaissance zich weer ging verdiepen in de Grieks-Romeinse cultuur uit de oudheid. Daarbij werd ook de Bijbel uit die tijd bestudeerd.
Het gegeven past bij de reformatie omdat Erasmus veel fouten in de bijbelvertaling ontdekte en kritiek uitte op de katholieke kerk. Tijdens de reformatie werd kritiek geuit over de misstanden in de katholieke kerk.
Slide 7 - Diapositive
Vraag 5
In bron 1 staat dat protestanten werden opgeroepen tot beeldenstormen omdat “beelden en andere rijkdommen immers niets te maken hadden met het ware geloof.” De raad van Wittenberg in Duitsland besloot dat de beelden uit de kerken verwijderd moesten worden.
Slide 8 - Diapositive
Vraag 6
Maarten Luther vond dat onderdanen de vorst altijd moeten gehoorzamen, ook als de vorst zich misdraagt. Ook vond Luther dat de mens alleen in de hemel kan komen door goed te geloven.
Calvijn daarentegen vond dat van te voren al vaststond of je in de hemel zou komen of de hel. Dit heet de predestinatieleer. Daarnaast vond Calvijn dat als een vorst ‘Gods gebod’ overtrad, verzet tegen hem was toegestaan. (2p)
Slide 9 - Diapositive
Vraag 7
Onbedoeld gevolg. Luther wilde de katholieke kerk verbeteren (hervormen). Toen dit niet lukte vond er een splitsing in de kerk plaats (katholieke en protestanten). (2p)
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Vraag 6
Maarten Luther vond dat onderdanen de vorst altijd moeten gehoorzamen, ook als de vorst zich misdraagt. Ook vond Luther dat de mens alleen in de hemel kan komen door goed te geloven.
Calvijn daarentegen vond dat van te voren al vaststond of je in de hemel zou komen of de hel. Dit heet de predestinatieleer. Daarnaast vond Calvijn dat als een vorst ‘Gods gebod’ overtrad, verzet tegen hem was toegestaan.
Slide 12 - Diapositive
Vraag 7 (a/b)
A: Meerdere opties: Door misstanden in de katholieke kerk (bv aflaten) ontstond het lutheranisme. Het lutheranisme is onderdeel van de reformatie.
B: Columbus ging opzoek naar een nieuwe route naar Indië zodat Spanje beter kon handelen in specerijen. Door deze ontdekkingsreizen ontstond er een wereldeconomie.
Slide 13 - Diapositive
Vraag 7 (c/d)
C: Calvinisten werden als ketters gezien en vervolgd en berecht door de inquisitie.
D: Lodewijk XIV was een absolute vorst en belichaamd het absolutisme. Hij vind dat hij het goddelijk recht (droit divin) heeft om te regeren.