230310 spelling havo §8 + plan je reis les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Leg je deze materialen op tafel?

Ipad

Een schrift

Etui

Programma vandaag

- Leeskwartiertje

- Werkwoordspelling verleden tijd

- Korte pauze (vier minuten)

- Uitleg 'Plan je reis' 

- Les 2 'Plan je reis', land kiezen en 

algemene informatie over dat land opzoeken

Waar werken we naartoe?

Werkwoordspelling

Havoboek spelling §7-11

Donderdag 7 april een proefwerk (telt 2x mee)

Plan een reis

Verslag

Inleveren 14 april (telt 1x mee)

Programma vandaag

- Leeskwartiertje

- Werkwoordspelling verleden tijd

- Korte pauze (vier minuten)

- Uitleg 'Plan je reis' 

- Les 2 'Plan je reis', land kiezen en 

algemene informatie over dat land opzoeken

Leerdoel

Jij weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.

Jij kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Spelling §9: sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden:

Ik zwem > ik zwom

Ik loop > ik liep

Ik val > ik viel

Spelling §9: sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden schrijf je in de verleden tijd zo simpel mogelijk!

glijden > .....

gieten > .....

schrikken > .....

Schrijf de pvvt

1. Gisteren .... (rijden) de trein volgens schema; Mo .... (komen) daardoor gelukkig op tijd voor de auditie.
2. De journalist .... (houden) zich aan de afspraak.
3. In Afrika .... (zien) wij iets unieks: een luipaard .... (verslinden) een leeuw.

Schrijf de pvvt

1. Gisteren reed de trein volgens schema; Mo kwam daardoor gelukkig op tijd voor de auditie.
2. De journalist hield zich aan de afspraak.
3. In Afrika zagen wij iets unieks: een luipaard verslond een leeuw.

Havo: cursus 7 - Spelling §7

Maak online de opdrachten die voor jou beschikbaar komen.

Werkt je IPad niet?

Maak dan opdracht 1, 2, 3, 4 en 5 (blz. 253)

Havo: cursus 7 - Spelling §9

Maak online opdracht 1 en 2

Werkt je IPad niet?

Maak dan opdracht 1 en 2 

(blz. 256)

Programma vandaag

- Leeskwartiertje

- Werkwoordspelling verleden tijd

- Korte pauze (vier minuten)

- Uitleg 'Plan je reis' 

- Les 2 'Plan je reis', land kiezen en 

algemene informatie over dat land opzoeken

Pauze

Programma vandaag

- Leeskwartiertje

- Werkwoordspelling verleden tijd

- Korte pauze (vier minuten)

- Uitleg 'Plan je reis' 

- Les 2: 'Plan je reis', land kiezen en 

algemene informatie over dat land opzoeken

Doelen 'Plan je reis'

•  Je leert hoe je een werkstuk maakt met vaste onderdelen
• Je gebruikt hoofdletters en punten op de juiste manier
• Je leert om je aan een planning te houden
• Je zoekt informatie op internet op

Stap 1: Kies een land buiten Europa

Je kiest een land waar je graag naartoe zou gaan op vakantie

Stap 2 Wanneer?

• Je gaat, met je gezin, van zaterdag 6 tot en met 13 mei op vakantie naar het land dat jij gekozen hebt.
• Je hebt maximaal 5000 euro te besteden voor de reis en je verblijf in je vakantieland.

Stap 3 Tickets

Je reist per vliegtuig, zoek geschikte tickets op. 

www.skyscanner.nl

www.cheaptickets.nl 

www.klm.nl

Kijk naar de data, aantal beschikbare stoelen en prijzen.

Stap 4 Overnachtingen

Zoek een plek om te overnachten. 

Kies je voor een hotel? Een camping of resort? 

Kijk op 

www.bookings.com

www.sunweb.nl

Stap 5

Heb je vervoer nodig? 

Zoek ook op wat je nodig hebt om van het vliegveld naar de plek van je overnachting te reizen. 

Regel je een huurauto? Gaat er een trein of een bus?

Stap 6

Maak een lijst met benodigdheden. 

Wat neem je mee in je handbagage en in je koffer? 

Welke reisdocumenten heb je nodig? Paspoort, tickets enz. 

Houd rekening met het klimaat in het land in mei.

Stap 7 Dagactiviteiten

Bedenk voor vijf dagen activiteiten, waarvan minstens drie betaalde (museum, bootje huren, toeristische attractie). 

Je beschrijft per dag wat je gaat doen, hoe je er komt en wat de kosten zijn.

Wat eten jullie die dag? Waar ontbijt, lunch en diner je?

Stap 8

Verzamel al je gegevens in één document en maak er een werkstuk van (zie uitlegblad).

Opdracht

Typ een A4tje vol met informatie over jouw vakantieland en zoek er een plaatje bij. Klaar? Lever je bestandje in via Teams.

Je vertelt iets over:

- Algemene informatie: waar ligt het, hoeveel inwoners heeft het land, wat is de hoofdstad.

- Cultuur (eten/feestdagen)

- Klimaat en landschap

- Bezienswaardigheden in het land