Nieuwsbegrip Eliot Kipchoge

1 / 23
suivant
Slide 1: Lien
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

Waar ging Nieuwsbegrip vorige week over?

Slide 2 - Question ouverte

Voorspellen
Waar gaat Nieuwsbegrip deze week over?
Kijk naar de titel.
Kijk naar de plaatjes.
Kijk naar de kopjes.

Slide 3 - Diapositive

We kijken het filmpje.

Slide 4 - Diapositive

Doel van deze les
Aan het eind van de les kun je vertellen welke tijd de magische grens voor de marathon is. Hoe kan Eliot Kipchoge die tijd lopen?
*

Slide 5 - Diapositive

De moeilijke woorden:
Kijk naar de woorden.
Ken je deze woorden al?
Vul het schema in.

Slide 6 - Diapositive

Klaar?
Kunnen we samen de betekenissen van alle woorden vinden?

Slide 7 - Diapositive

We spelen Quizlet.live 

Slide 8 - Diapositive

Lees nu de tekst.

Slide 9 - Diapositive

Wat ga je daarna doen?
Schrijf nu samen bij iedere stukje wat de belangrijkste informatie is.
Ik doe het voor..

Slide 10 - Diapositive

Klaar?
Maak de woordzoeker.

Slide 11 - Diapositive

iedereen klaar?
We gaan invullen wat het belangrijkste is bij ieder stukje

Slide 12 - Diapositive

Het belangrijkste bij de inleiding was:

Slide 13 - Question ouverte

Het belangrijkste bij de Magische grens

Slide 14 - Question ouverte

Het belangrijkste bij zenuwachtig

Slide 15 - Question ouverte

Het belangrijkste bij 'Droom uitgekomen'.

Slide 16 - Question ouverte

Heb je de tekst goed begrepen?
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 17 - Quiz

Hebben jullie de moeilijke woorden opgezocht?
A
Ja!
B
Nee
C
Een beetje

Slide 18 - Quiz

Hoe ging de samenwerking?
Hebben jullie de antwoorden samen besproken?
A
ja
B
soms
C
nee

Slide 19 - Quiz

Hoe heeft Eliot Kipchoge de snelste marathon ooit kunnen lopen?

Slide 20 - Question ouverte

De Marathon

Slide 21 - Carte mentale

Waar werd Kipchoge heel zenuwachtig van?

Slide 22 - Question ouverte

We spelen nog één keer Quizlet.live

Slide 23 - Question ouverte