Stijlfiguren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Geef bij de volgende zinnen aan van welke stijlfiguur gebruik is gemaakt.

Niemand die je helpt en niemand die je ziet. Nee, niemand die je ziet.

1. Tegenstelling
2. Opsomming
3. Herhaling
4. Climax

'Bloed, zweet en tranen' - dit is een bijzondere opsomming. Wat voor een?

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

Ik heb het goed gedaan, maar ook zo fout gedaan.
Als ik terugkijk in de tijd.

Welke stijlfiguur herken je hier?

1. herhaling
2. tegenstelling
3. opsomming

Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

Koning, keizer, admiraal. Ik ken ze allemaal.

1. Tegenstelling
2. Drieslag
3. Herhaling
4. climax

Een lach met tranen, zo voel ik mij vandaag.
Geproefd van het leven, zoveel vrienden ongekend.

Welke stijlfiguur herken je hier?

1. herhaling
2. tegenstelling
3. opsomming

Die miljonair heeft wel
een aardig optrekje.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder.

1. Tegenstelling
2. Opsomming
3. Herhaling
4. Climax

Joris was blij, nee, opgetogen, zelfs uitzinnig van vreugde met het cadeau.

1. Tegenstelling
2. Omgekeerde climax
3. Climax
4. Herhaling

Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

Met bloed zweet en tranen, zei ik, rot hier nu maar op.
Met bloed zweet en tranen,
Zei ik vrienden, dag vrienden, de koek is op.

Welke stijlfiguur herken je hier vooral?

1. herhaling
2. tegenstelling
3. opsomming

De dierenarts heeft het arme dier moeten laten inslapen.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

De hoogste kwaliteit voor de laagste prijs.

1. Drieslag
2. Omgekeerde climax
3. Herhaling
4. Tegenstelling