gambia 1a

gambia deel 1a termieten
termieten landschap bomen
Ik weet de functie van de verschillende kleuren op een landkaart.
Ik weet enkele klimaten en de bijpassende landschappen.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 2,4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

gambia deel 1a termieten
termieten landschap bomen
Ik weet de functie van de verschillende kleuren op een landkaart.
Ik weet enkele klimaten en de bijpassende landschappen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

ik vlieg naar Gambia
over Nederland. 
Koud in de winter 
warm in de zomer
vaak regen
een zeeklimaat.

Slide 3 - Diapositive

Wat voor weer is het vaak?
wat is het klimaat?
Is er vaak regen,
dan is het land groen.

Slide 4 - Diapositive

België,
Frankrijk,
nog steeds groen.
Spanje,
Het wordt steeds warmer,
soms heel droog.
Groen en geel op de kaart.

Slide 5 - Diapositive





Over de middellandse zee
de zee is water.
Dat is blauw op de kaart.

Slide 6 - Diapositive

Over de Middellandse zee.
Over Marokka
Hier is het veel warmer.
Over de Sahara
Hier is woestijn 
Het is droog bijna nooit geen regen.
Een woestijnklimaat.

Slide 7 - Diapositive

Bij Gambia zie ik groen op de kaart.
Maar het is daar niet zoals in Nederland.
Het is warm en bijna altijd heel droog.
Van juni tot oktober regent het veel en hard. Dat is de regentijd. 
Een tropisch savanne klimaat.

Slide 8 - Diapositive

Dit is de savanne
droog gras
grote bomen.
Hier wonen grote dieren. Kuddes grazende dieren.

Slide 9 - Diapositive

De juf is in Gambia.
Ik kan naar de zee.
en ik kan naar mangrovebos.
Daar stroomt een rivier.
Het is het soms nat en soms droog.

Slide 10 - Diapositive

Dit is mangrovebos.
Met de boot vaar ik door het bos.
Ik zie veel vogels.
Ik zie veel krabben
en oesters.

Slide 11 - Diapositive

In de savanne zie ik ook kleine dieren.
Zij maken grote huizen.
Wat zijn dit voor dieren?

Slide 12 - Diapositive

In Gambia wonen termieten.
Zij bouwen heuvels om in te wonen.
De termietenheuvel bestaat uit aarde (vaak modder) en droog gras als bindmiddel. Binnenin bevindt zich een doolhof van gangen en kamers. Meestal bouwen termieten rond een omgevallen boom of een boomstronk en worden deze heuvels niet hoger dan 2 à 3 meter. Andere heuvels worden rond een rots gebouwd en kunnen hoger zijn.


Een termietenheuvel kan zowel onder als boven de grond gebouwd zijn, soms zelfs allebei.

Slide 13 - Diapositive

De termiet lijkt op een mier.
Het is geen mier.
Een termiet eet gras en hout.
Een termiet woont niet alleen.
Een termiet woont in een grote groep.
Dat heet een kolonie.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo