Talent hoofdstuk 1 pagina 29 en 30 signaalwoorden bespreken

Talent signaalwoorden
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Talent signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Weet je wat signaalwoorden zijn?
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 2 - Quiz

Signaalwoorden
In bijna elke tekst staan signaalwoorden. Signaalwoorden geven je een teken, zodat je weet wat woorden, zinnen of alinea's met elkaar te maken hebben. Dat noem je een tekstverband. Een van de tekstverbanden is een opsomming



Slide 3 - Diapositive

Een opsomming:
Перерахування
enumeración
التعداد
sayım
การแจงนับ
enumeração
ገምጋም




Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld:
Ik heb veel hobby's. Ten eerste game ik veel. Verder houd ik van lezen. Daarnaast sport ik twee keer per week.

Slide 5 - Diapositive

Signaalwoorden van opsomming
Allereerst, ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, daarnaast, verder, vervolgens tot slot.

Slide 6 - Diapositive

Mijn vakantie
Ik was vorig jaar  in Griekenland op het eiland Kos, dat vond ik heel fijn. Waarom? Allereerst was het er prachtig weer, ten tweede kon ik daar erg lekker eten en bovendien is het eten heel erg goedkoop, daarnaast zijn de mensen heel erg aardig en ook heel behulpzaam. Verder kun je er lekker rondfietsen en tot slot zijn er ook nog eens prachtige stranden.

Slide 7 - Diapositive

Vraag a: Wat laten signaalwoorden zien in een tekst?

Slide 8 - Question ouverte

b. Wat gebeurt bij een opsomming?

Slide 9 - Question ouverte

Hoeveel hobby's worden in het voorbeeld van de leestekst opgesomd?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 10 - Quiz

Schrijf de hobby's die genoemd worden op.

Slide 11 - Carte mentale

Schrijf in drie hele zinnen wat je allemaal met je telefoon doet. Begin iedere zin met een signaalwoord van opsomming.

Slide 12 - Question ouverte

17. a
In alinea 2 staat dat jongeren tegenwoordig vooral fan zijn van Youtubers. Welke twee redenen worden in alinea 2 opgesomd?

Slide 13 - Question ouverte

Huiswerk voor donderdag
Maak bladzijde 31 en 32

Slide 14 - Diapositive