1.5 - Klimaten

1.5 - Klimaten
Oriëntatie op ontwerp
Jurgen van Stempvoort
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

1.5 - Klimaten
Oriëntatie op ontwerp
Jurgen van Stempvoort

Slide 1 - Diapositive

Klimaatgrafieken in het kort
Klimaatgrafieken tonen een gemiddelde
Temperatuur
Neerslag
Dit gemiddelde is over een lange periode
vaak is dit 30 jaar

Slide 2 - Diapositive

Hoe lees je een klimaatgrafiek af?
Onderaan op de X-as 
vind je:
De maanden

Let op! waar ligt de plaats?
Als het hier zomer is
is het in Australië winter

Slide 3 - Diapositive

Hoe lees je een klimaatgrafiek af?
Bij de zijkanten op de Y-as 
vind je:
Temperatuur
Neerslag

Rechtsboven vind je:
Gemiddelde temperatuur
Jaarlijkse neerslag

Slide 4 - Diapositive

Gemiddelde
jaartemperatuur
Gemiddelde
Jaarlijkse neerslag
Jaarlijks temperatuur verloop
Neerslag verdeling
klimaat type

Slide 5 - Question de remorquage

Hoe kan je de verschillende klimaten onderscheiden?
De volgende dia's gaan over hoe je een klimaat kan herkennen
De bedoeling is dat je de volgorde van de dia's langs kan gaan 
net als een stappenplan.

Slide 6 - Diapositive

Een E - klimaat is het makkelijkste van alle klimaten om te herkennen. je moet bij deze klimaten alleen maar kijken naar de temperatuur: deze mag niet boven de 10 graden uit komen
E-klimaat

Slide 7 - Diapositive

De gemiddelde maandtemperatuur ligt altijd onder de 0 graden
EF-klimaat
Het polaire klimaat

Slide 8 - Diapositive

de warmste maand zit tussen de 0 en 10 graden en de koudste maand onder de -3 graden
ET-Klimaat
De toendra

Slide 9 - Diapositive

Altijd onder de 0 graden
Tussen de 70 graden noord- en zuiderbreedte

Moeilijk te vinden omdat weinig weerstations hoog genoeg in de bergen zitten
EH-klimaat


Het hooggebergte

Slide 10 - Diapositive

Welk klimaat past hier
A
EF - poolklimaat
B
ET- Toendra klimaat

Slide 11 - Quiz

Welk klimaat past hier?
A
EF - poolklimaat
B
ET- Toendra klimaat

Slide 12 - Quiz

Bij een B klimaat valt weinig neerslag en het is er meestal erg warm 
Bij de volgende situaties is er sprake van een B-klimaat:
Jaarlijks valt er maximaal 750 mm neerslag
In de zomer valt er maximaal 850 mm neerslag (neerslag vooral in de zomer)
In de winter valt er maximaal 500 mm neerslag (neerslag vooral in de winter)
B-klimaat

Slide 13 - Diapositive

Het woestijn klimaat is het droogste klimaat
Bij de volgende 3 situaties is er een BW-klimaat:
Neerslag vooral in de winter:  er valt maximaal 200 mm 
Neerslag vooral in de zomer: er valt maximaal 400 mm
Neerslag verspreid over het jaar: er valt maximaal 400 mm
BW-klimaat
De woestijn

Slide 14 - Diapositive

Als het wel een B-klimaat is maar niet een BW-klimaat is 
dan is het een BS-klimaat
BS-klimaat
De steppe

Slide 15 - Diapositive

Welk klimaat past hier?
A
BW - Woestijn
B
BS - Steppe
C
EF - Pool
D
ET - Toendra

Slide 16 - Quiz

Welk klimaat past hier?
A
BW - Woestijn
B
BS - Steppe
C
EF - Pool
D
ET - Toendra

Slide 17 - Quiz

Welk klimaat past hier?
A
BW - Woestijn
B
BS - Steppe
C
EF - Pool
D
ET - Toendra

Slide 18 - Quiz

een A-klimaat is een tropisch klimaat 
De gemiddelde jaarlijkse temperatuur is warmer dan 18°c 
Er valt veel neerslag
De verschillende types hebben andere hoeveelheden neerslag
A-klimaat

Slide 19 - Diapositive

de gemiddelde maandelijkse neerslag kom bij dit klimaat in de droogste maand boven de 60 mm
Af-klimaat
Het regenwoud

Slide 20 - Diapositive

Een moesson is een periode met extreem veel neerslag 
Het AM-klimaat heeft een moesson en een drogere periode
Tussen de 2 periodes zit een extreem verschil
In de droogste maand van het jaar valt er gemiddeld minder dan 60 mm neerslag
AM-klimaat
De moesson

Slide 21 - Diapositive

Aw of As-klimaat
De savanne
Deze klimaten lijken op het AM klimaat
De verschillen zijn:
De drogere periode duurt duidelijk langer
De natte periode is droger dan bij het AM-klimaat
Ezelsbruggetje w en s:
w= wintertrocken want in de winter is de neerslag vertrokken
s= sommertrocken want in de zomer is de neerslag vertrokken

Slide 22 - Diapositive

Welk klimaat past hier?
A
AF - Regenwoud klimaat
B
AM - Moeson klimaat
C
AW - Savanne klimaat (winterdroogte)
D
AS - Savanne klimaat (zomerdroogte)

Slide 23 - Quiz

Welk klimaat past hier?
A
AF - Regenwoud klimaat
B
AM - Moeson klimaat
C
AW - Savanne klimaat (winterdroogte)
D
AS - Savanne klimaat (zomerdroogte)

Slide 24 - Quiz

Met dit type klimaat kijken we naar de temperatuur.
het is een C klimaat als de gemiddelde temperatuur van de koudste maand tussen de 18 en -3 graden ligt.
C-klimaat

Slide 25 - Diapositive

Als de natste maand 3x zoveel neerslag heeft als de droogste maand spreken we van: 
Cs of Mediteraans klimaat: als de zomer droger is
Cw of China klimaat: als de winter droger is
Cs- of Cw-klimaat
Mediteraans- of Chinaklimaat

Slide 26 - Diapositive

Als neerslag gelijk is verdeeld over het jaar
Zonder duidelijke droge of natte periode 
Spreken wij van een Cf klimaat.
dit klimaat hebben we in Nederland ook
Cf-klimaat 
het zee klimaat

Slide 27 - Diapositive

Het is een D-klimaat als de gemiddelde temperatuur van: 
De koudste maand lager dan -3 °C is
en
De warmste maand boven de 10 °C is

D-klimaat

Slide 28 - Diapositive

w, s of f bepalen gaat hetzelfde als bij een C-klimaat:
Df voor een gelijke verdeling van de neerslag,
Ds voor een droge periode in de zomer
Dw voor een droge periode in de winter

Df-, Ds- en Dw-klimaat

Slide 29 - Diapositive

Welk klimaat past hier bij
A
Cf - zee klimaat
B
Cs/Cw - winter of zomer droogte
C
Df - Land klimaat
D
Ds/Dw - winter of zomer droogte

Slide 30 - Quiz

Welk klimaat past hier bij
A
Cf - zee klimaat
B
Cs/Cw - winter of zomer droogte
C
Df - Land klimaat
D
Cs/Dw - winter of zomer droogte

Slide 31 - Quiz

Welk klimaat past hier bij
A
Df - land klimaat
B
AM - moeson klimaat
C
Cw - china klimaat
D
Cf - zee klimaat

Slide 32 - Quiz

Welk klimaat past hier bij
A
Df - land klimaat
B
Bs - steppe klimaat
C
Cs/Cw - zomer of winter droogte
D
Ds/Dw - zomer of winter droogte

Slide 33 - Quiz

Probeer zelf van Spanje of Nederland via het stappenplan het klimaat te kiezen
NL
SP

Slide 34 - Question ouverte

De opdracht:
1. ga naar klimatdiagramme.de
2. kies 3 verschillende klimaatgrafieken uit 3 verschillende continenten
3. ga de stappen langs en schrijf welke stappen je gebruikt en waarom het een bepaald klimaat is

Slide 35 - Diapositive


Om de goede locatie te vinden moet je eerst op het goede continent zitten.
Deze site begint op Europa, Om een ander continent te pakken moet je met de muis over "kontinente" bewegen en bijvoorbeeld op "Nordamerika" klikken voor Noord Amerika

Slide 36 - Diapositive

vervolgens klik je op het land of gebied waarvandaan je een grafiek wilt, in dit geval de USA.
Ik wil graag een grafiek van Los Angeles dus moet ik in het westen van het land zoeken. Ik klik op "West & Rockies"

Slide 37 - Diapositive

Uiteindelijk kan hier op Los Angeles geklikt worden voor de klimaat grafiek.
De site die hiervoor gebruikt wordt staat op de dia hierna

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Lien

Kies 3 verschillende klimaatgrafieken in 3 verschillende continenten en ga ze stap voor stap langs welk klimaat het wel of niet is en waarom.

Slide 40 - Question ouverte