Carnavals quiz
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat krijgt Prins Carnaval aan het begin van het driedaagse feest?
A
De (symbolische) sleutel van de stad
B
De ketting van de burgemeester
C
De sleutel van de burgemeester zijn huis
D
Een gratis drankje van de burgemeester
Slide 2 - Quiz
Wat voor soort feest is carnaval officieel?
A
Islamitisch feest
B
Joods feest
C
Christelijk feest
D
Hindoestaans feest
Slide 3 - Quiz
Welke stad heet met carnaval Lampegat?
A
Tilburg
B
's Hertogenbosch
C
Maastricht
D
Eindhoven
Slide 4 - Quiz
Waar wordt carnaval vooral gevierd?
A
Noord-Brabant & Limburg
B
Noord-Brabant & Gelderland
C
Limburg & Noord-Holland
D
Noord-Holland en Friesland
Slide 5 - Quiz
Is het de bedoeling dat je je verkleed tijdens carnaval?
Ja!
Dat ligt eraan waar je carnaval viert!
Slide 6 - Sondage
Wanneer is carnaval?
A
3 mei tot 5 mei
B
1 maart tot 4 maart
C
27 februari tot 1 maart
D
26 september tot 29 september
Slide 7 - Quiz
Wat is een andere naam voor carnaval?
A
Krabbegat
B
Aswoensdag
C
Vastelaovend
D
Vasteavond
Slide 8 - Quiz
Welk nummer is NIET gezongen door Snollebollekes?
A
Alie Exprezz
B
Springen Nondeju
C
Non Stop Vol D'r Op
D
Links Rechts
Slide 9 - Quiz
Hoe heet Rijen tijdens carnaval?
A
Wringersgat
B
Goudpoeperslaand
C
Bokkenriek
D
Puupenkoppenland
Slide 10 - Quiz
Gaan jullie carnavallen???
Ja!!
Nee
Slide 11 - Sondage
Hoe lang duurt carnaval?
A
Een dag
B
Zeven dagen
C
Vijf dagen
D
Drie dagen
