W26 FA 1HM H5 les 13

Bienvenue 1H1
Semaine 26
Le 22 jusqu'au 26 juin
Chapitre 5
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue 1H1
Semaine 26
Le 22 jusqu'au 26 juin
Chapitre 5

Slide 1 - Diapositive

La semaine dernière
De afgelopen week hadden we een tweede les op school. Ik heb jullie een uitleg gegeven over l'adjectif, we hebben een kleine quiz gedaan en we hebben een luisteropdracht gedaan. 
Thuis hebben jullie partie F afgemaakt, de exercices van partie H: l'adjectif gemaakt en zijn jullie bezig geweest met de opdracht van partie G: omschrijf een klasgenoot. 
Het leerwerk van vorige week was vocabulaire  A, B & E.

Slide 2 - Diapositive

Cette semaine
Deze week gaan jullie:
  • Vous faites une exercice du vocabulaire A à E (jullie gaan een opdracht over vocabulaire A t/m E maken).
  • Vous faites 'c'est qui?' (jullie doen 'wie is het?').
  • Vous finissez chapitre 5 (jullie ronden chapitre 5 af).

Slide 3 - Diapositive

Cette semaine
À la fin de cette semaine......
vous pouvez (kunnen jullie):
  • mensen en activiteiten beschrijven.
  • vertellen over uiterlijk, karakter en activiteiten.
  • de passé composé met avoir gebruiken
  • de vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
vous savez (kennen jullie):
  • vocabulaire van uiterlijk, karakter, kleuren en maanden.


Slide 4 - Diapositive

Réviser
Het leerwerk van de vorige week was vocabulaire A t/m E. 

Répondez aux questions (Beantwoord de vragen)...

Slide 5 - Diapositive

Traduis:

Je vois un lapin gris.

Slide 6 - Question ouverte

Traduis:

Elle porte un pantalon bleu.

Slide 7 - Question ouverte

Traduis:

Onze hond is blij en rustig.

Slide 8 - Question ouverte

Traduis:

Zijn broer heeft gedanst.

Slide 9 - Question ouverte

Traduis:

Ik heb mijn bril nodig.

Slide 10 - Question ouverte

Cette semaine
Deze week gaan jullie:
  • Vous faites une exercice du vocabulaire A à E (jullie gaan een opdracht over vocabulaire A t/m E maken).

  • Vous faites 'c'est qui?' (jullie doen 'wie is het?').
  • Vous finissez chapitre 5 (jullie ronden chapitre 5 af).

Slide 11 - Diapositive

C'est qui?
Vorige week kregen jullie als opdracht een omschrijving te maken van een klasgenoot. Deze omschrijving moest je (met antwoord) naar me mailen via Magister. 
Ik heb een paar omschrijvingen uitgekozen en op de volgende slides gezet. Eens kijken of jullie kunnen raden wie het zijn.....? (alleen de voornaam is genoeg)

Slide 12 - Diapositive

C'est qui?
Elle porte des lunettes. Elle a les yeux bleus.
Elle a les cheveux blonde. Elle est sympa.

Slide 13 - Question ouverte

C'est qui?
Elle a des lunettes. Elle a des cheveux noirs.
Elle a les cheveux longs. Elle a une sœur aînée.

Slide 14 - Question ouverte

C'est qui?
il mesure 1m70. Il a les cheveux noirs hérissés et il porte des lunettes.

Slide 15 - Question ouverte

Cette semaine
Deze week gaan jullie:
  • Vous faites une exercice du vocabulaire A à E (jullie gaan een opdracht over vocabulaire A t/m E maken).
  • Vous faites 'c'est qui?' (jullie doen 'wie is het?').

  • Vous finissez chapitre 5 (jullie ronden chapitre 5 af).

Slide 16 - Diapositive

Les devoirs
Faire: Chap 5 le bilan
Jullie gaan de oefentoets maken in je cahier d'activités en ligne. Goed kijken op de pagina waar de toets staat; zoek naar bilan (ik denk aan de rechterkant).
Apprendre: Voc A à F
à = tot en met

Vous faites les exercices dans votre cahier d'activités en ligne.
In je online werkboek kan ik goed je vooruitgang zien en bijhouden.


Slide 17 - Diapositive