de eerste boeren in Nederland

.
  De eerste boeren in Nederland
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisTaal+3BasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Introduction

Dat jagers en verzamelaars rondtrokken van plek naar plek, wist je vast al. Hoe werden die jagers en verzamelaars opeens boeren?

Éléments de cette leçon

.
  De eerste boeren in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

                        Wat weet jij al over de eerste boeren in Nederland? 

Weet weet jij al?
Stel je voor: je mag een interview doen met de allereerste boer die ooit in Nederland heeft geleefd. Schrijf minimaal 5 vragen op die je aan deze boer zou willen stellen. 

Gelukt? Voer nu het interview uit met jouw schoudermaatje en beantwoord elkaars vragen zoals je denkt dat de eerste boer ze zou beantwoorden.
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragenmuur
Wat zou jij willen weten over 
de eerste boeren in Nederland? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Diapositive

Eigen leervragen
De leerlingen formuleren eigen leervragen over het onderwerp. De vragen worden opgeschreven op een papiertje en op de vragenmuur geplakt. Zodra een vraag is beantwoord, wordt hij verplaatst naar de weetmuur.
Wereldoriëntatie

Na deze les:

  • weet ik wanneer de eerste boeren in Nederland leefden.
  • weet ik wat het verschil is tussen 'jagers en verzamelaars' en de eerste boeren.
  • weet ik hoe de eerste boeren dachten over het ontstaan van natuurverschijnselen en goden.
Dit ga je leren
Woordenschat

Na deze les:

  • begrijp ik de belangrijke woorden die met de eerste boeren in Nederland te maken hebben. 
Taal

Na de les:

  • kan ik een denkgesprek voeren aan de hand van denkvragen over (de tijd van) de eerste boeren.

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Over welke tijd hebben we het?
De eerste boeren in Nederland:
tot 3000 voor Christus.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de video over de eerste boeren. Maak tijdens en na het bekijken van het filmpje aantekeningen in je projectschrift.

Slide 6 - Diapositive

Filmpje
De leerlingen bekijken het filmpje en maken tijdens het kijken aantekeningen in hun logboek.
Verdiepende tekst

Arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt. Arceer in ieder geval: 

  • de landbouw
  • de veeteelt
  • de/het leem
  • het werktuig

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenschat
boeren
de landbouw
Het bewerken van land om er gewassen, zoals graan te laten groeien en later te kunnen oogsten.
In de ijzertijd ontstond de eerste landbouw in Nederland.
de veelteelt
Het fokken en houden van boerderijdieren.
Sommige boeren doen aan veeteelt en zijn geen landbouwer.
de landbouwer
Iemand die als beroep akkers bebouwt met gewassen, een boer.
De landbouwgrond wordt bewerkt door de landbouwer.
het werktuig
Een voorwerp dat je gebruikt om bepaald werk te doen.
De eerste boeren hadden handige werktuigen, zoals bijvoorbeeld een bijl. 

de/het leem
Een geelbruine grondsoort, die op klei lijkt.
De eerste boeren bouwden hun huisjes met leem.

Slide 8 - Diapositive

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 
Weet je de betekenis nog niet? Zoek het dan op. Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Wat hoort bij de 'jagers en verzamelaars' en wat hoort bij de 'boeren? Slepen maar!
boeren
jagers en verzamelaars
Wonen op één plek.
Rondtrekken.
Vee houden.
Op dieren jagen.

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Wat hoort bij de 'jagers en verzamelaars' en wat hoort bij de 'boeren? Slepen maar!
boeren
jagers en verzamelaars
Wonen in een tent.
Wonen in een huisje van leem.
Een bijl.
Een speer.

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
De eerste boeren kwamen uit Nederland.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Hoe worden de eerste boeren ook wel genoemd?
A
broodbakkers
B
agrariërs
C
bandkeramiekers
D
huttenbouwers

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Waarom konden boeren wel op één plek blijven wonen
en de jagers en verzamelaars niet?
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
Toen de eerste boeren kwamen, waren de jagers en verzamelaars verdwenen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Wat is WAAR over de sjamaan? 
Let op: er zijn meerdere antwoorden goed.
A
De sjamaan vertelde de mensen over geesten.
B
De sjamaan woonde altijd op een heuvel.
C
De sjamaan kon lezen.
D
De sjamaan probeerde dingen te verklaren die de mensen niet begrepen.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
In welke provincie woonden de eerste boeren in Nederland? Slepen maar!

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Hoe kan het dat sommige boeren rijker werden dan andere boeren?
A
Hun boerderijen stonden op vruchtbare grond.
B
Zij verkochten de groenten en het vlees voor veel geld.
C
Zij vonden goud in de grond.
D
Ze verkochten hun boerderijen voor veel geld.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR?
De boeren geloofden in een leven na de dood.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerkingsopdracht
Je weet inmiddels dat de komst van de boeren zorgde voor belangrijke veranderingen in het leven van mensen. Als je daarover nadenkt kunnen er een heleboel vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: hoe zou het leven eruit hebben gezien als er nooit boeren waren geweest? Of: wat zou je het meest missen van je leven nu als je zou leven in de tijd van de eerste boeren? Draai in de volgende slide aan het rad om te zien welke denkvraag jij met jouw groepje gaat bespreken.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerkingsopdracht
Draai aan het rad en lees welke denkvraag jij met je groepje gaat bespreken in een denkgesprek.
De checklist kan je helpen om op een goede manier een denkgesprek te voeren met jouw klasgenoten. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vragen klassikaal.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wereldoriëntatie


  • Ik weet wanneer de eerste boeren in Nederland leefden.
  • Ik weet wat het verschil is tussen 'jagers en verzamelaars' en de eerste boeren.
  • Ik weet hoe de eerste boeren dachten over het ontstaan van natuurverschijnselen en goden.
Ik weet nu ... & ik kan nu ... 
Woordenschat

  • Ik begrijp de belangrijke woorden die met de eerste boeren in Nederland te maken hebben. 
Taal

  • Ik kan een denkgesprek voeren aan de hand van denkvragen over (de tijd van) de eerste boeren.

Slide 23 - Diapositive

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Terugkoppeling eigen leervragen
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?
Wat heb jij deze les geleerd? Welke antwoorden heb jij gevonden op jouw leervragen? Schrijf het in je projectschrift.

Slide 24 - Diapositive

Terugkoppeling eigen leervragen
Tot de volgende keer!

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions