Hoofdstuk 4; korte herhaling 4.1, 4.2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 4; korte herhaling 4.1, 4.2

(normale) afspraken in de klas

1.Je volgt de instructies op en je houd je aan de schoolregels.

2.We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.

3.Naar de uitleg wordt geluisterd.

4.Je hebt je schoolmaterialen en huiswerk bij je (2 kansen).

5.Heb je commentaar, doe dit na school.

 

Hou je je niet aan de afspraken?

-1e keer een waarschuwing. 

-2e keer, strafwerk. Dit strafwerk wordt in somtoday gehangen.

-strafwerk vergeten? Volgende keer dubbel en mail naar ouders.

-Nogmaals vergeten? Op donderdag 40 minuten nakomen zonder elektronica. 

Moet ik je meer dan 2 keer waarschuwen in een les, komt er meer strafwerk.

Inhoud les

-leerdoelen

-lezen

-korte uitleg

-opdrachten laptop

-beantwoorden leerdoel

Leerdoelen deze les

Hoe bestuurde Karel de Grote zijn rijk?

Hoe werd Europa Christelijk?

Waarom waren geestelijken belangrijk?

Lees zelf 

pagina 56 'Het Frankische rijk',

Pagina 56-57 'Bestuur'

pagina 59 'Verspreiding van het Christendom'

pagina 60 'Christelijk Europa'

pagina 61 'Invloedrijke geestelijken'

Uitleg

Leervraag 1

Hoe bestuurde Karel de Grote zijn rijk?

Leervraag 2

Hoe werd Europa Christelijk?

Leervraag 3

Waarom waren geestelijken belangrijk?

Opdrachten laptop

Van wie werd Karel de grote als opvolger gezien?

1. de paus
2. de romeinse keizers

Niet elke bron is bruikbaar voor je onderzoeksvraag

1. juist
2. onjuist

Het is belangrijk dat een bron betrouwbaar is.

1. juist
2. onjuist

Karel de Grote trok niet door zijn rijk

1. juist
2. onjuist

Leenheren legden een eed van trouw af aan hun leerheer (Karel)

1. juist
2. onjuist

Leenmannen hielpen de leenheer mee het gebied te besturen en recht te spreken

1. juist
2. onjuist

Leenmannen hoefden de leenheer geen soldaten te leveren

1. juist
2. onjuist

Een graaf is een voorbeeld van ...

1. een geestelijke
2. een boer
3. iemand van adel

Hier staan drie feiten. Wat is de goede volgorde?
A=Franken worden Christelijk
B=Willibrord komt naar Nederland
c=de paus stuur Wilibrord naar Nederland

1. b-c-a
2. a-c-b
3. b-a-c

Frankische koningen beschermden missionarissen met hun soldaten.

1. juist
2. onjuist

Wat beloofden missionarissen aan heidenen als ze christen werden?

1. de hel
2. de hemel

Eerst vonden de Friezen en de Saksen dat missionarissen hen probeerde .....

1. te redden
2. te onderwerpen

Waarom wilden missionarissen eerst Germaanse vorsten bekeren?

1. Dat moest van Karel de Grote
2. Dan konden de vorsten hun volk bekeren

Afbeelding 11 past bij het geloof van..

1. het christendom
2. heidenen

Welk land werd bijna helemaal Christelijk tussen 900-1100

1. Spanje
2. Engeland
3. Italie
4. Duitsland

Hier staan drie feiten. Wat is de goede volgorde?
A=Vikingen stopte met plunderen
B=Het Christendom werd bijna in heel Europa verspreid
c=Mensen gingen moorden als zonde zien

1. A-B-C
2. B-A-C
3. B-C-A

De geestelijkheid is een van de 3 ...

1. machtige groepen
2. standen

Feiten:
Feit A: Geestelijken kregen veel in invloed
Feit B: Edelen gaven geld aan de kerk

1. B is een gevolg van A
2. A is een oorzaak van B
3. B is een oorzaak van A

Iemand kan heilig verklaard worden vanwege

1. zijn rijkdom
2. zijn goede daden

De gele schijf achter het hoofd van de heiligen noem je..

1. een zon
2. een aureool
3. een schijf

Een monnik mag trouwen

1. juist
2. onjuist

We vieren de geboorte van Jezus.
Hoe heet dit feest?

1. pasen
2. kerstmis

We vieren dat Jezus naar de hemel ging.
Hoe heet dit feest?

1. pasen
2. hemelvaart

We gedenken de kruisiging van Jezus.
Hoe heet dit feest?

1. goede vrijdag
2. hemelvaart

We vieren dat de heilige geest neer daalt.
Hoe heet dit feest?

1. pasen
2. pinksteren

We vieren de opstanding van Jezus.
Hoe heet dit feest?

1. pasen
2. hemelvaart

Het eten van eieren met pasen komt uit...

1. het Christendom
2. uit de Germaanse cultuur

Video

https://schooltv.nl/video-item/histoclips-karel-de-grote

Histoclips: karel de Grote (15 min)

Evalueren leerdoelen

Leerdoel: Hoe bestuurde Karel de Grote zijn rijk?

ja, deze vraag weet ik te beantwoorden

nee, ik weet het antwoord niet. (lees aantekeningen nog eens)

Leerdoel: Hoe werd Europa Christelijk?

ja, deze vraag weet ik te beantwoorden

nee, ik weet het antwoord niet. (lees aantekeningen nog eens)

Leerdoel: Waarom waren geestelijken belangrijk?

ja, deze vraag weet ik te beantwoorden

nee, ik weet het antwoord niet. (lees aantekeningen nog eens)

EINDE LES

extra info;

Orientatie op geschiedenis 5ed.

p