3.2 - A - Leven in het Romeinse Rijk

3.2 - A - Leven in het Romeinse Rijk
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.2 - A - Leven in het Romeinse Rijk

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke grote economische verandering in de tijd van de Romeinse Republiek plaatsvond op het Romeinse platteland.


Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Het platteland
  • Het leven in de stad
  • Vermaak voor het volk
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog van de
vorige les?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Een nadeel aan het succes
  • Legeraanvoerders werden steeds machtiger en waren het niet altijd eens met senaat --> zorgt voor problemen... 
  • Voorbeeld:
  • Julius Caesar 
  • In 1e eeuw v.C. veroverde hij deel van België en Frankrijk 
  • Maar kreeg ruzie met Senaat -->
  • Burgeroorlog en uiteindelijk dictator. Later komen hier de keizers als opvolgers

Slide 6 - Diapositive

Maar hoe komt dit?
Dat generaals steeds meer macht en invloed krijgen?

Slide 7 - Diapositive

Op het platteland (1)
  • Boeren vochten in oorlogen en moesten zelf hun wapenuitrusting betalen.
    - Grond verkopen, lenen van vrienden en kinderen verkopen als als slaaf. 

  • Boerderijen stonden lange tijd leeg. 

  • Boeren verkochten hun boerderijen aan grootgrondbezitters

  • Boeren trokken naar de stad. 

Slide 8 - Diapositive

Op het platteland (2)
  • Grootgrondbezitters waren rijk geworden door een bestuursfunctie of oorlogsbuit

  • Van hun soldij kochten zij kleinere boerderijen op. Zo kregen zij steeds meer gebied in handen. 

  • Op de boerderijen (villa's) deden slaven of kleine boeren het werk. De grootgrondbezitter ging op oorlogspad. 

Slide 9 - Diapositive

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Het leven in de stad (1)
  • De groei van de steden nam toe door de verarmde boeren.

  • Zij waren de allerarmsten, deze laag noem je de proletariërs

  • Konden niet concurreren met de slaven.

  • Levendige handel, vraag naar kunstenaars, badhuizen, markten, ambachtslieden, overheidsgebouwen, theater, Colosseum.   

Slide 12 - Diapositive

Slaven stoken vuren voor de vloerverwarming en warme ruimten.
Een gezonde geest in een gezond lichaam: de Romeinen vonden sport en hygiëne erg belangrijk.
Er waren gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen.
Ook hier weer latrines, de gezamenlijke toiletten.
Baden en ruimten waren er in allerlei temperaturen: van het koude frigidarium tot het snikhete laconium: een soort sauna
Hier bevond zich een gewoon zwembad, zoals je dat tegenwoordig ook kent.

Slide 13 - Diapositive








Dit is een insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.

Slide 14 - Diapositive

Het leven in de stad (2)
  • De allerrijksten in de stad was de elite.

  • Zij zaten in de senaat, voerden het leger aan en bezaten grond. 

  • Zij deelden (soms) gratis voedsel uit en organiseerden gladiatorengevechten en  paardenrennen. 

  • Daarnaast waren er ook nog handelaren, winkeliers en ambachtslieden. 

Slide 15 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Lees p.3.2 op blz 111 en 112
  • Ga aan de slag met het huiswerk:  3t/m10 van p3.2
  • Op blz. 112-113
  • Klaar?  Lees p3.3

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen
  • Welke grote economische verandering in de tijd van de Romeinse Republiek vond  plaats op het Romeinse platteland?
  • Welke gevolgen hadden deze verandering voor de steden?

Slide 17 - Diapositive