Missie Hardenberg - Hoofdstuk 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Missie Hardenberg

Hoofdstuk 1

Leefbaarheid & belanghebbenden

Planning

- Uitleg: hoe meet je leefbaarheid in een wijk en wat zijn belanghebbenden

- Actie: afmaken startopdracht (mindmap) en maken opdrachten 2 en 3

Leefbaarheid

Geeft aan hoe prettig het wonen is in een gebied.

Is het veilig? Schoon? Gezellig?

Denk aan je eigen woonwijk. Welk rapportcijfer geef je die wijk?

Onderdelen

Leefbaarheid wordt 'meetbaar' gemaakt door te kijken naar:

1. De woningen/gebouwen

2. De bewoners

3. De voorzieningen

4. De veiligheid

5. De natuurlijke omgeving

Woningen en gebouwen:

Groot of klein? Netjes onderhouden? Passen ze bij elkaar?

Bewoners:

Vriendelijk of op zichzelf? Wat voor werk doen ze? Hebben ze gelijke normen en waarden?

Voorzieningen:

Is er een school? Een speeltuin? Buurtcentrum en supermarkt?

Veiligheid:

Kan je 's avonds een wandeling maken? Je auto per ongeluk van het slot laten?

Natuurlijke omgeving:

Is er groen in de buurt?

Op welk punt scoort jouw wijk het hoogst, vind jij?

1. Bewoners
2. Voorzieningen
3. Veiligheid
4. Natuurlijke omgeving

Leefbaarometer

Barometer = een meetinstrument

De leefbaarometer geeft aan hoe leefbaar een gemeente is, en op welke punten er hoog/laag worden gescoord.

Mijn woonplaats >>

Voor mij persoonlijk zijn veiligheid en fysieke omgeving belangrijk.

Maar voor een jong gezin zijn de voorzieningen van belang.

In elke wijk zijn verschillende belanghebbenden met allerlei belangen.

Waarom belangrijk?

In je eindopdracht ga je aanpassingen voor de markt voorstellen

Daarbij moet je denken aan deze vragen:

- Maken de aanpassingen de buurt meer leefbaar?

- Zijn de belanghebbenden blij met deze aanpassingen?

Welke groep mensen heeft belang bij de inrichting van het marktplein in Hardenberg?

Aan de slag

In je groepje.

Eerst: afmaken mindmap. Bij mij laten goedkeuren/aftekenen.

Dan: maken opdracht 2 en 3. Leefbaarometer en belanghebbenden. Werk uit & lever in.

Snel klaar? Werk vooruit.

Lees: '2.1 Een slimme stad'. Maak: opdracht 4.