Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 3 §5 Bijvoeglijk naamwoord
Welkom klas C1th1
Programma:
Lezen (10 minuten);
Huiswerk nakijken;
Theorie §4 Bijvoeglijk n.w.;
Aan de slag.;
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom klas C1th1
Programma:
Lezen (10 minuten);
Huiswerk nakijken;
Theorie §4 Bijvoeglijk n.w.;
Aan de slag.;
Slide 1 - Diapositive
Doelen
Je kent:
het begrip
bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Diapositive
Huiswerk
Slide 3 - Diapositive
apps.noordhoff.nl
Slide 4 - Lien
Bijvoeglijke naamwoorden (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over een mens, dier, plant, ding of naam. Over een zelfstandig naamwoord dus.
De
blauwe
trui
De
aardige
vrouw
De
houten
trap
Slide 5 - Diapositive
Eigenschappen bijvoeglijke naamwoorden 1
Een bijvoeglijk naamwoord staat vaak direct voor een zelfstandig naamwoord
De
gelukkige
jongen,
warme
zomers, een
grappig
kind
Het bijvoeglijk naamwoord kan ook op een andere plek staan. Het vertelt iets over het onderwerp in die zin.
De bal is
rond
. De dames van het
Nederlands
voetbalelftal waren
fantastisch
.
Ook dit zijn bijvoeglijk naamwoorden.
Vind jij haar ook
Facebookverslaafd
?
Stapelverliefd
kwam Leonoor thuis.
Slide 6 - Diapositive
Eigenschappen bijvoeglijke naamwoorden 2
Je kunt een bijvoeglijk naamwoord maken van een werkwoord. Praat mee over de
afgevallen
deelnemers,
verdachte
acties en
lachende
mensen.
Een bijvoeglijk naamwoord kent trappen van vergelijking:
duur-duurder-duurst
Een bijvoeglijk naamwoord kan stoffelijk zijn. Het zegt dan waar het van is gemaakt. In het
plastic
tasje zit een
gouden
ring.
Slide 7 - Diapositive
Pak je Chromebook
Doe mee!
Slide 8 - Diapositive
Wat is een
bijvoeglijk naamwoord?
A
Dat zijn namen van mensen, dieren of dingen.
B
Dat zegt iets over zelfstandige naamwoorden.
C
Dat is een werkwoord.
Slide 9 - Quiz
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
leren
Slide 10 - Quiz
Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast
Slide 11 - Quiz
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Het zegt iets over de persoonsvorm.
B
De woorden de, het, een.
C
Hetzelfde als een voorzetsel.
D
Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Slide 12 - Quiz
De blonde jongen is zijn rugtas vergeten.
Wat is in deze zin
een zelfstandig naamwoord?
timer
0:30
blonde
jongen
rugtas
is
Slide 13 - Question de remorquage
gevlochten haren
A
bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 14 - Quiz
Welke van deze woorden is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
lieve
B
grote
C
koperen
D
boze
Slide 15 - Quiz
Tekst
Zelfstandig naamwoord
Bijv. naamwoord
timer
1:00
huisarts
wit
fiets
groot
duur
jong
nieuw
oma
interessant
klaslokaal
Slide 16 - Question de remorquage
Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Lidwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Quiz
Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord
Slide 18 - Quiz
De
mooie
bloemen
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Question de remorquage
Welk woord is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in de zin?
Je kunt in de koude winter je mooie handen het best beschermen met leren handschoenen.
A
koude
B
mooie
C
beschermen
D
leren
Slide 20 - Quiz
Jumbo
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 21 - Quiz
Verliefd
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 22 - Quiz
Metalen
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 23 - Quiz
Ik heb een WOLLEN trui
A
zelfstandig naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
Slide 24 - Quiz
Rijst
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 25 - Quiz
Noem een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.
A
rood
B
lelijk
C
houten
D
hoge
Slide 26 - Quiz
zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
roos
lokalen
klein
Slide 27 - Question de remorquage
Gedachte
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 28 - Quiz
Huiswerk
Bladzijde 208
Maken §5 opdracht 1 t/m 5
Slide 29 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
LW, ZN, BN
Novembre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
LW, ZN, BN
Février 2022
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
LW, ZN, BN
Mai 2022
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
LW, ZN, BN
Janvier 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
LW, ZN, BN
Février 2023
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
LW, ZN, BN
Juin 2023
- Leçon avec
50 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
LW, ZN, BN
Juillet 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica woorddelen
Septembre 2020
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1