Ontwikkelingspsychologie - Wat is ontwikkelingspsychologie?

les 1 ontwikkelingspsychologie
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

les 1 ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Diapositive

Ontwikkelingspsychologie

Slide 2 - Diapositive

lesdoelen voor vandaag
- je weet aan het einde van de les wat ontwikkelingspsychologie inhoudt.....
- je hebt kennis van verschillende ontwikkelingspsychologen
-je kan vier stijlen van hechting benoemen.

Slide 3 - Diapositive

Ontwikkelingspsychologie?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

De geschiedenis
Het denken over sociale en geestelijke veranderingen  al heel oud (400jr v. Cr.)
17e eeuw ideeën over opvoeding en ontwikkeling van kinderen

Slide 6 - Diapositive

De geschiedenis
In de 20e eeuw 'ontwikkelingspsychologie' ontstaan
* Jean Piaget (1896-1980) 
* Erik Erikson (1902-1994) 

Slide 7 - Diapositive

Jean Piaget
(1896-1980)
De eerste psycholoog die zich verdiepte in de verstandelijke ontwikkeling van kinderen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Erik Erikson
(1902-1994)
Beschreef verschillende stadia in de psychosociale ontwikkeling. Ieder stadium kent een 'conflict'

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wat is IQ?

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekent EQ?

Slide 13 - Question ouverte

Nu
Rita Kohnstamm (1937)

Veel boeken geschreven over ontwikkeling van kinderen en jongeren

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Nu
Specialisaties binnen ontwikkelingspsychologie: gerontopsychologie (wetenschap die de ouder wordende mens bestudeert)
Ontwikkelingspsychologie wordt ook levenslooppsychologie genoemd

Slide 16 - Diapositive

Hoe mensen zich ontwikkelen
Vooruitgang - Achteruitgang
3 processen:
Groeiproces
Leerproces
Rijpingsproces (geen invloed)

Slide 17 - Diapositive

nog even op een rij: De ontwikkelingsfasen 

  •  Baby (0-18 maanden)
  •  Peuter (18 maanden-4 jaar)
  •  Kleuter (4-6 jaar)
  •  Schoolkind (6-12 jaar)
  •  Puber (12-17 jaar)
  •  Adolescent (17-25 jaar)
  •  Volwassene (25-67 jaar)
  •  Oudere mens (67 jaar en ouder)

Slide 18 - Diapositive

ontwikkelingsgebieden
Cognitief
persoonlijkheid
sociaal
fysiek(lichamelijk)
emotioneel

Slide 19 - Diapositive

Aspecten van de ontwikkeling

Slide 20 - Diapositive

Factoren die je ontwikkeling bepalen
Interne factoren: Aanleg, erfelijk materiaal wat je meekrijgt van je ouders (aangeboren vermogens)

 Externe Factoren: Je omgeving en leven onder bepaalde omstandigheden zijn bepalend voor je ontwikkeling. (milieu, onderwijs, arm/rijk, ingrijpende levensgebeurtenissen, tijd waarin je opgroeit)


Zelfbepaling: Hoe ouder een kind is, hoe groter zijn vermogen kan worden om richting te geven aan zijn eigen ontwikkeling

Slide 21 - Diapositive

Voorwaarden voor ontwikkeling
  • Veilig en vertrouwd (Harlow,1958)
  • Verbaal en non- verbaal contact
  • Stimulerende omgeving (positief, zelfvertrouwen)
  • Zelf onderzoeken
  • Spelen
  • Bewegingsvrijheid
  • Veiligheid en grenzen

Slide 22 - Diapositive

hechting 4 types hechtingsstijlen​
A: Onveilige-vermijdende hechting​
B: Veilige hechting​
C: onveilige-afwerende of onveilige-ambivalente hechting​
D: de gedesorganiseerde hechting ( deze is later na verder onderzoek toegevoegd)​

Slide 23 - Diapositive

A: Onveilige-vermijdende hechting​
Kind gaat zelfstandig op onderzoek uit en komt voor troost of hulp minder snel bij de ouder.​

Het vermijdt of negeert de ouder zelfs​
Ontstaan door zakelijke benadering ouder (s) en afwijzing bij verdriet.​
Gevolg latere leeftijd: ​
Niet in staat zijn tot het aangaan van intieme relatie​
Onpersoonlijk, onafhankelijk en vragen niet snel om hulp​
Weinig emoties, meer gericht op onpersoonlijke aspecten, zoals werk en individuele hobby​





Slide 24 - Diapositive

B: Veilige hechting​
Een kind dat veilig gehecht is ( goed dus!) gaat zelf op ontdekking, maar zoekt toenadering tot de ouder als hij/zij/hen verdrietig of angstig is.​

Dit komt doordat de ouder (s) het kind goed aanvoelde en sensitief en betrokken was​
Een veilige hechtingsrelatie heeft een positief effect op de geestelijke gezondheid, en maakt dat een kind intieme en wederkerige relaties kan aangaan​

Slide 25 - Diapositive

C: onveilig-afwerende of onveilig-ambivalente hechting​
Ontstaat als een ouder onvoorspelbaar en niet consequent is​

Het kind weet niet goed waar hij/zij/hen aan toe is.​
De ene keer wel getroost, de andere keer niet, de ene keer wel zijn eigen gang gaan, de andere keer nier​
Het kind zoekt door onzekerheid veel toenadering tot de ouder, omdat het bevestiging wil​
Het kind kan ook juist heel boos worden op de ouder, deze op afstand houden.​
Het kind kampt met ambivalente, tegenstrijdige gevoelens ​




Slide 26 - Diapositive

D: Gedesorganiseerde hechting​
Oorzaak vaak traumatische gebeurtenissen in het leven van het kind., zoals verwaarlozing, mishandeling of seksueel misbruik​

Kinderen die opgegroeid zijn in weeshuizen waar ze geen aandacht kregen, emotioneel verwaarloosd werden en de zorg met andere kinderen moesten delen​
Deze kinderen zoeken toenadering maar zijn tegelijkertijd ook angstig​

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Diapositive

Vragen?
VRAGEN?

Slide 31 - Diapositive

Groepsopdracht
De groep wordt verdeeld over verschillende leeftijdsgroepen binnen de ontwikkelingspsychologie.
Opdracht: Zoek uit wat Piaget, Erikson en Kohnstamm over deze leeftijdsgroep beschreven hebben qua:
- Cognitieve ontwikkeling
- Persoonlijkheidsontwikkeling
-Sociale ontwikkeling
- Fysieke ontwikkeling
- Emotionele ontwikkeling

De uitkomsten presenteer je aan de klas. Maak een boeiende presentatie waarin je deze onderdelen beantwoord.

Slide 32 - Diapositive