Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen thema 8
Je kunt culturen en subculturen omschrijven
Je kan uitleggen wat voor invloed cultuur heeft op je gedrag
Je weet dat cultuur invloed heeft op je uiterlijk
Je kunt uitleggen wat gedrag is, wat een prikkel is en wat normen en waarden zijn
Je kunt uitleggen wat sociaal gedrag is
Je weet wat territoriumgedrag is
Je kunt uitleggen hoe rangorde werkt
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen thema 8
Je kunt culturen en subculturen omschrijven
Je kan uitleggen wat voor invloed cultuur heeft op je gedrag
Je weet dat cultuur invloed heeft op je uiterlijk
Je kunt uitleggen wat gedrag is, wat een prikkel is en wat normen en waarden zijn
Je kunt uitleggen wat sociaal gedrag is
Je weet wat territoriumgedrag is
Je kunt uitleggen hoe rangorde werkt
KLAAR!
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen thema 8
Je kan uitleggen wat communicatie inhoudt
Je weet wat lichaamstaal is en hoe je dit gebruikt
Je weet hoe je een stoornis in de communicatie kan krijgen
Je kan uitleggen wat uitstraling inhoudt
Je weet wat een oordeel en vooroordeel is
Je weet het verschil tussen pesten en plagen
Je kan vertellen wat de gevolgen van pesten kunnen zijn
Je weet wat je kan doen tegen pesten
Je weet wat een vertrouwenspersoon is
Slide 4 - Diapositive
8.4: Communicatie
Slide 5 - Diapositive
Aan het einde van de les kun je de volgende begrippen uitleggen:
- communicatie
(verbaal en non-verbaal)
- lichaamstaal
- communicatiestoornissen
- vooroordelen
- uitstraling
Slide 6 - Diapositive
Communicatie
Comminucatie = iedere vorm van informatie gegeven tussen mensen en dieren.
Als je met mensen samenleeft is het belangrijk dat je met elkaar communiceert. Ook dieren die in groepen leven wisselen voortdurend signalen met elkaar uit.
Slide 7 - Diapositive
Dieren communiceren op 4 manieren
Gebaar
Geluid
Geur
Kleur
Slide 8 - Diapositive
Maar hoe communiceren mensen met elkaar?
Kunnen jullie voorbeelden geven?
Slide 9 - Diapositive
Op welke manier communiceert deze hond?
A
Gebaar
B
Geluid
C
Geur
D
Kleur
Slide 10 - Quiz
Op welke manier communiceert de persoon op de afbeelding?
A
Gebaar
B
Geluid
C
Geur
D
Kleur
Slide 11 - Quiz
Verbale communicatie: dat is communiceren met woorden, via spraak, papier of chat.
Non verbale communicatie: dit is communiceren zonder woorden. Via lichaamstaal geef je aan wat je denkt of wil.
Slide 12 - Diapositive
www.google.com
Slide 13 - Lien
Uitstraling
Hoe iemand eruit ziet, heeft ook met non verbale communicatie te maken.
- Mensen vormen hun mening
aan de hand van wat ze zien.
Voorbeeldje > Die dikke zal wel te veel en ongezond eten....
...maar het blijkt door een ziekte te komen.
Slide 14 - Diapositive
Oordelen
Weten jullie wat oordelen betekent?
Slide 15 - Diapositive
Vooroordelen
Bij communiceren spelen verwachtingen ook een rol.
Soms kan het zijn dat je een vooroordeel hebt: Je hebt een mening over iets of iemand wat niet gebaseerd is op feiten maar op een gevoel.
Kunnen jullie een voorbeeld geven?
Slide 16 - Diapositive
Communicatiestoornissen
Als de informatie niet goed overkomt
dan is er een communicatiestoornis.
Dit kan ontstaan door niet goed luisteren
maar ook door onduidelijk zijn in een
gesprek of smsje.
Slide 17 - Diapositive
Een oordeel is: een mening over de uitstraling van mensen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Vooroordeel is een mening over een groep mensen die je niet goed kent
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Vooroordeel
Geen Vooroordeel
Zigeuners stelen allemaal
Buitenlanders zijn lui
Zigeuners noemen zichzelf Roma of Sinti
Alle blonden meisjes zijn dom
Alle Marokkanen zijn stom
In Limburg wonen limburgers
Slide 20 - Question de remorquage
Opdrachten maken
Maak opdracht 22, 23, 25, 26, 27 en 28.
Deze opdrachten beginnen op bladzijde 184.
Klaar? Laat dit even weten! Dan maken we daarna samen opdracht 29 als afsluiter.
Slide 21 - Diapositive
8.5:
Met elkaar omgaan
Slide 22 - Diapositive
Aan het einde van de les kun je de volgende begrippen uitleggen:
- pesten
- cyberpesten
- vertrouwenspersoon
- geheimhoudingsplicht
Slide 23 - Diapositive
Leerdoelen thema 8
Je kan uitleggen wat communicatie inhoudt
Je weet wat lichaamstaal is en hoe je dit gebruikt
Je weet hoe je een stoornis in de communicatie kan krijgen
Je kan uitleggen wat uitstraling inhoudt
Je weet wat een oordeel en vooroordeel is
Je weet het verschil tussen pesten en plagen
Je kan vertellen wat de gevolgen van pesten kunnen zijn
Je weet wat je kan doen tegen pesten
Je weet wat een vertrouwenspersoon is
Slide 24 - Diapositive
Plagen:
niet om pijn te doen;
gebeurt niet vaak;
gebeurt niet telkens bij dezelfde persoon;
is maar een grapje.
! Vindt iedereen leuk !
Pesten:
gebeurt met opzet;
is vaak gemeen;
gebeurt vaak;
gebeurt telkens bij dezelfde persoon.
! Vindt niet iedereen leuk !
Slide 25 - Diapositive
Gevolgen van pesten
Gepeste jongeren voelen zich alleen.
Ze worden somber en onzeker.
Andere leerlingen voelen zich vaak ook onveilig en gaan soms mee pesten terwijl ze dat niet willen.
Slide 26 - Diapositive
Pesten
- asociaal gedrag
- meelopen
- lichamelijk geweld
Cyperpesten
- Vervelend berichtje krijgen
- Internet
Slide 27 - Diapositive
Pesten op school
Vinden jullie dat er gepest wordt op school?
Vinden jullie dat er gepest wordt in de klas?
Slide 28 - Diapositive
Wat kun je tegen pesten doen?
Gepeste leerling bij de groep halen;
Praatje maken of samen aan een opdracht werken met de gepeste leerling;
Pestkoppen duidelijk maken dat ze niet leuk zijn; maar dat kan spannend zijn.
Naar de mentor of vertrouwenspersoon gaan.
Slide 29 - Diapositive
Veiligheid op school
- MENTOR OF DOCENT
- VERTROUWENSPERSOON
- GEHEIMHOUDINGSPLICHT
Slide 30 - Diapositive
AAN HET WERK
Maken opdrachten 30, 31, 32 en 33. Klaar?
Laat dat weten. We maken daarna samen opdracht 35.