H2 - Woche 37 - Stunde 3

H2 - Woche 37 - Stunde 3
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2 - Woche 37 - Stunde 3

Slide 1 - Diapositive

Planung

Hören & Sehen: Nicos Weg (10. Min)

Wortschatz: Familie
  • Paragraf B + Slim stampen

Grammatik extra oefenen: Personalpronomen & sein

Quizlet live 




Ziele

  • Ich lerne neue Wörter zum Thema 'Familie' kennen und erweitere meine Wortschatz. 

  • Ik kan een eenvoudige Duitse serie volgen als langzaam en duidelijk gesproken wordt. 


Slide 2 - Diapositive

Sehen und Hören - Nicos Weg
Der junge Spanier Nico kommt in Deutschland am Flughafen an. Er will in Deutschland wohnen und arbeiten, aber das geht nicht ohne Probleme.


We bekijken een stukje van de film, let goed op: 
in het filmpje komen vragen voor.

Slide 3 - Diapositive

5

Slide 4 - Vidéo

00:57
Das Mädchen sagt: ''Die Tasche ist schön.''

Was sagt sie? Übersetze ins Niederlänische.

Slide 5 - Question ouverte

03:47
Die Frau fragt: '________ willst du?'
A
Woher
B
Wo
C
Wohin
D
Wer

Slide 6 - Quiz

04:26
Wer ist Yara?
Notiere das deutsche Wort mit Artikelwort (lidwoord)

Slide 7 - Question ouverte

04:56

Was macht Emmas Mutter in Amerika?

Slide 8 - Question ouverte

07:00

Der Taxifahrer weiß auch (weet) nicht wo Nicos Tasche ist.
A
richtig
B
falsch

Slide 9 - Quiz

Grammatik 

Selbstständig machen: K2
  • Online: Paragraf B: Aufgabe 3 t/m 10 (80% of >)

Klaar:
  • Slim Stampen Kies 1 & Invul 1 (werk verder aan Slim stampen als je daarmee klaar bent)
Grammatik 

1. Extra Übung (10 Min)
2. Selbstständig machen: K2
  • Online: Paragraf B: Aufgabe 4 t/m 12 (80% of >)

Klaar:
  • Slim Stampen Kies 1 & Invul 1 (werk verder aan Slim stampen als je daarmee klaar bent)

Slide 10 - Diapositive

1. Vertaal de Personalpronomen; ik, jij, hij, zij, hij, wij, jullie. zij, u
2. Noteer de vormen van 'sein' achter de Personalpronomen. 
3. Zet je juiste vorm van 'sein'  in de zinnen.
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

nächste Stunde
Nachrichten

Wochenaufgaben abschließen

Slide 13 - Diapositive