Lowan thema 1 De school werkwoorden

Fijn dat je er bent!
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Groep 1

De werkwoorden leren.

Pak je pan en schrift.
Wat gaan we doen?
Groep 2
Werken in Goed Begin

Slide 2 - Diapositive

Doel van deze les

- Aan het eind van de les weet je de betekenis van 16 werkwoorden.
- Je kan de woorden zeggen en schrijven.

Slide 3 - Diapositive

Pak je schrift en je pen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

zitten
ik zit
jij/hij/zij zit

wij/jullie/zij  zitten

Slide 6 - Diapositive

pakken
Ik pak
Jij/hij/zij pakt

wij/jullie zij pakken

Slide 7 - Diapositive

wijzen naar
Ik wijs naar
jij/hij/zij  wijst naar

wij/jullie/zij  wijzen naar

Slide 8 - Diapositive

lezen
Ik lees
jij/hij/zij leest

wij/jullie/zij lezen

Slide 9 - Diapositive

kijken naar
ik kijk naar
jij/hij/zij kijkt naar

wij/jullie/zij kijken naar

Slide 10 - Diapositive

schrijven
Ik schrijf
jij/hij/zij schrijft

wij/jullie/zij schrijven

Slide 11 - Diapositive

zijn
ik ben
jij bent
hij/zij is

wij/jullie/zij  zijn

Slide 12 - Diapositive

staan
ik sta
jij/hij/zij staat

wij/jullie/zij staan

Slide 13 - Diapositive

leren
ik leer
jij/hij/zij leert

wij/jullie/zij  leren

Slide 14 - Diapositive

praten met
ik praat met
jij/hij/zij praat met

wij/jullie/zij praten met

Slide 15 - Diapositive

liggen
ik lig
jij/hij/zij ligt

wij/jullie/zij liggen

Slide 16 - Diapositive

doen
doing      robyty
yapmak
  عمل 
praveĭki
haciendo
samaynaya
Doen
Ik doe
jij/hij/zij doet

wij/jullie/zij doen

Slide 17 - Diapositive

zeggen
Ik zeg
jij/hij/zij zegt

wij/jullie/zij zeggen

Slide 18 - Diapositive

hebben
أن يكون لديه
to have         da imash
maty
tener
inuu yeesho
sahip olmak
Hebben
Ik heb
jij hebt
hij/zij heeft

wij/jullie/zij hebben

Slide 19 - Diapositive

tekenen
ik teken
jij/hij/zij tekent

wij/jullie/zij tekenen

Slide 20 - Diapositive

komen
come  venir
يأتي   ela
kaalay
Gelmek      pryyty
Komen
Ik kom
jij/hij/zij komt

wij/zij/jullie komen

Slide 21 - Diapositive

komen
leren

Slide 22 - Diapositive

poetsen
Ik poets de tanden.
pakken
Zij pakt de tas.

Slide 23 - Diapositive

komen

ik kom
jij komt
hij komt
zij komt
wij komen
jullie komen
zij komen
leren

ik leer
jij leert
hij leert
zij leert
wij leren
jullie leren
zij leren

Slide 24 - Diapositive

poetsen

ik poets
jij poetst
hij/zij poetst

wij poetsen
jullie poetsen
zij poetsen
pakken

ik pak
jij pakt
hij/zij pakt

wij/jullie/zij pakken

Slide 25 - Diapositive

praten
wijzen

Slide 26 - Diapositive

praten

ik praat
jij praat
hij/zij praat

wij praten
jullie praten
zij praten
wijzen

ik wijs
jij wijst
hij /zij praat
 
wij/jullie /zij wijzen
 

Slide 27 - Diapositive

kijken
zitten

Slide 28 - Diapositive

kijken

ik kijk
jij kijkt
hij/zij kijkt

wij/jullie/zij kijken

zitten

ik zit
jij zit
hij ?
zij ?
wij/jullie/zij zitten

Slide 29 - Diapositive

horen
staan

Slide 30 - Diapositive

horen

ik hoor
jij hoort
hij/zij hoort

wij/jullie/zij horen

staan

ik sta
jij staat
hij/zij staat

wij staan
jullie staan
zij staan

Slide 31 - Diapositive



1. ik leer Nederlands
2. jij praat met de juf
   3. zij poetst de tanden
         4. wij zitten op een stoel
    5. jullie pakken de tas
6. zij horen muziek
Hele werkwoord

1. leren
2. praten
    3. poetsen
4. zitten
 5. pakken
6. horen

Slide 32 - Diapositive



1. ik 
2. jij 
3. zij 
4. wij 
    5. jullie 
6. zij 


1. leren
2. praten
    3. poetsen
4. zitten
 5. pakken
6. horen

Slide 33 - Diapositive

Maak de opdracht
Klaar?
Pak je laptop.
boomnt2

Slide 34 - Diapositive

Doel van deze les voor groep 2


- Je kan met de woorden van Blok 1 een zin maken.

Slide 35 - Diapositive

1.1     Galgje

Slide 36 - Diapositive

Maak een zin met......
de supermarkt  -  schrijven - afwachten  -  graag   - het briefje  het bord - de vriendin  - zoeken -  sneller   -  het idee

                                                           (galgje)

Slide 37 - Diapositive