rekenen met snelheid

1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Deze periode:
 Hoofdstuk 8, 9, 10 en 12

Slide 5 - Diapositive

Hoofdstuk 8 - Praktisch rekenen

Slide 6 - Diapositive

Waarom praktisch rekenen ?

Slide 7 - Diapositive

Verbind de tweetallen die samen 1000 maken
550
82
168
350
278
722
450
918
832
650

Slide 8 - Question de remorquage

Iwan koopt over 7 maanden een scooter van € 2310,- .Hoeveel euro moet hij elke maand sparen?
A
€ 330,-
B
€ 230,10
C
€ 320,-
D
€ 420,-

Slide 9 - Quiz

375 studenten en 10 begeleiders gaan naar Praag.In een bus kunnen er 58.
Hoeveel bussen zijn er nodig?
A
8
B
9
C
6
D
7

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Je rijdt 100 kilometer per uur. Over zeven minuten ben je bij de afslag die je
moet hebben. Hoeveel kilometer moet je nog rijden? Afronden op 1 decimaal
A
7
B
1,7
C
11,7
D
11,9

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Tijdsduur berekenen
Start 11:05 - Finish 14:50
Start 10:45 - Finish 12:10
Start 10:20 - Finish 14:08
Start 20:55 - Finish 00:01
Start 09:25 - Finish 11:19
1 uur en 25 minuten
3 uur en 45 minuten
1 uur en 54 minuten
3 uur en 48 minuten
3 uur en 6 minuten

Slide 18 - Question de remorquage

Bij de 10 kilometerwedstrijd voor mannen rende Joeri een tijd van 40:47 minuten.
Hoeveel seconden heeft hij gelopen?
A
2447
B
4047
C
87
D
40,47

Slide 19 - Quiz

Sven Kramer reed in 2007 een wereldrecord van 6:03 minuten. Hij reed met een gemiddelde snelheid van bijna 50 km/h.
Over welke afstand vestigde hij dit record?
A
500 m
B
1000 m
C
5000 m
D
10000 m

Slide 20 - Quiz

Kjeld Nuis heeft in 2017 goud gewonnen met een tijd van 1:44,36. Hij reed met een gemiddelde
snelheid van bijna 14,4 m/s.
Op welke afstand heeft hij deze tijd gereden?
A
500 m
B
1000 m
C
1500 m
D
5000 m

Slide 21 - Quiz

3F: Op de loopband loopt Fred met een snelheid van 8,4 km/h. Over deze oefening doet hij 13 minuten en 22 seconden. Hoeveel meter heeft Fred afgelegd bij deze oefening? Rond af op hele meters
A
18
B
840
C
1845
D
1871

Slide 22 - Quiz

Felix sprong van een hoogte van 39 km uit een ballon en bereikte een snelheid van 1342,8 km/h. Na 4:20 minuten trok hij zijn parachute open. De gehele sprong duurde in totaal 9:03 min. Wat was de gemiddelde snelheid in km/h van Baumgartner tijdens zijn sprong? Rond af op een geheel getal.
A
105 km / u
B
195 km / u
C
205 km / u
D
259 km /u

Slide 23 - Quiz

Max Verstappen rijdt met een gemiddelde snelheid
van 220 km/uur een afstand van 385 kilometer.
Hoe lang doet hij daarover?
A
135 minuten
B
1 uur en 45 minuten
C
1 uur en 30 minuten
D
95 minuten

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Rond je antwoorden af op één decimaal.

Lesley fietst bij de fitness club op een hometrainer.
Op de teller ziet hij 4,62 km in 10 minuten.
Bereken zijn snelheid in meter per seconde.

A
17,3
B
9,5
C
7,7
D
36,9

Slide 26 - Quiz

De X-15 is één van de snelste raketvliegtuigen met een topsnelheid van 7274 km/h. Wat is de snelheid in meter per seconde? Rond af op een geheel getal.

Slide 27 - Question ouverte

De X-15 is één van de snelste raketvliegtuigen met een topsnelheid van 7274 km/h. Wat is de snelheid in meter per seconde? Rond af op een geheel getal.

Slide 28 - Diapositive


Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive


Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive


Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Hoeveel km /uur was de gemiddelde snelheid? 5000 m tijd 6:04,46

Slide 36 - Question ouverte

afstand is 5000 m - tijd is 60 x 6 + 4,46 = 364,46 sec
snelheid is 5000 : 364,46 = 13,72 m/s 
13,72 m/s x 3,6 = 49,39 km/ uur

Slide 37 - Diapositive

Hoofdstuk 8:                       8.5
Hoofdstuk 9:                       9.2

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Fred doet een oefening waarbij hij 340 kcal/h verbrandt. Hij doet 5 minuten over de oefening.
Hoeveel kcal heeft Fred verbrand? Rond af op één decimaal.
A
28,3
B
34,0
C
17,0
D
45,3

Slide 41 - Quiz

3F : Werner vertrekt om 9:15 uur vanuit huis om naar de fitnessclub te gaan. Hij is om 11:37 uur weer
thuis. Werner fiets in een kwartier naar de club en in een kwartier weer naar huis. Hoeveel minuten heeft Werner doorgebracht bij de fitnessclub?
A
68
B
98
C
112
D
142

Slide 42 - Quiz

Parachutist Felix Baumgartner sprong van een hoogte van 39 km uit een ballon en bereikte een snelheid van 1342,8 km/h. Na 4:20 minuten trok Felix zijn parachute open. De gehele sprong duurde in totaal 9:03 minuten. Hoelang zweefde Felix aan de parachute?
A
5 min 17 sec
B
5 min 43 sec
C
4 min en 17 sec
D
4 min en 43 sec

Slide 43 - Quiz

Remy vertrekt om 10:15 AM vanuit Amsterdam met de hogesnelheidstrein. Hij komt om 01:33 PM aan
in Parijs. Hoeveel minuten duurde zijn reis ?
A
189
B
198
C
909
D
918

Slide 44 - Quiz

Karel loopt 15 minuten lang met een gemiddelde snelheid van 7,1 km/h. Wat is zijn snelheid in meter per seconde? Rond af op twee decimalen.

Slide 45 - Question ouverte

Karel loopt 15 minuten lang met een gemiddelde snelheid van 7,1 km/h. Wat is zijn snelheid in meter per seconde? Rond af op twee decimalen.

Slide 46 - Diapositive

Nurekenen examenopdrachten Hoofdstuk 9 plus in Forms rekenen met tijd

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive


A
57 meter
B
108 meter
C
34 meter
D
89 meter

Slide 49 - Quiz

Slide 50 - Diapositive