2. Klimaat en landschap

H1: De Verenigde Staten in Beeld

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
aardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H1: De Verenigde Staten in Beeld

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het grote plaatje

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prijs-uitreiking

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Verenigde Staten in beeld

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rocky Mountains (Canada)
Appalachen (Verenigde Staten)
Great Plains (Verenigde Staten)
Great Basin (Verenigde Staten)
Coloradocanyon (Verenigde Staten)
Cedros (Mexico)
Chihuahuawoestijn (Verenigde Staten / Mexico)
Mississippidelta (Verenigde Staten)
Everglades (Verenigde Staten)
Wat zie je?
Landschappen in de VS 

Slide 5 - Diapositive

Welke landschappen komen er voor in de VS?

Voorkennis ophalen - leerlingen van Mavo 2 hebben deze thema in periode 3 als leerstof gehad)
 

Verschillende klimaten
Omdat:
- Hoogte ligging
- Breedte ligging
- Nabijheid zee
-ligging van gebergten
- Overheersende windrichting

Slide 6 - Diapositive

Hoe verklaar je die verschillen?
Door de klimaatfactoren 
Temperatuurfactoren
Klimaatfactoren. 
Klimaat =temperatuur en neerslag

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuurfactoren
1.Breedteligging.
2.Hoogteligging
 3.Ligging gebergten.
4.Windrichtingen/Zeestromen
5.Gesteldheid van het aardoppervlak

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Breedteligging
B48: Breedteligging en temperatuur

Slide 9 - Diapositive

De zon is een ‘kachel’ die de aarde verwarmt. Maar de zon geeft niet overal op aarde evenveel warmte af. De breedteligging van een plaats is van grote invloed op de temperatuur. Op hoge breedte, dus in de poolstreken, is het koud. Op lage breedte, dus in de tropen, is het warm. Die temperatuurverschillen hebben twee oorzaken.
  1. Verwarmen van de grote van het aardoppervlak,
  2. Afstand die de zonnestralen afleggen door de dampkring

Hoogteligging
Algemene regel: 
Hoe hoger hoe kouder. 
 Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.

(per 100 meter stijging 0,6 graden)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Ligging gebergten en klimaat

Slide 11 - Diapositive

Inzoomen op de noord-zuidligging van de bergen.
Begrippen die hier aanbod komen staan op blz. 9.
Berg als klimaatscheiding

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. wind- en zeestromingen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ligging aan zee
B53 Temperatuur boven land 
en boven zee 

Slide 14 - Diapositive

Het verschil in opwarming en afkoeling heeft gevolgen voor de temperatuur van de lucht erboven.
■ Boven zee zal de luchttemperatuur nooit erg hoog en ook nooit erg laag zijn. De zee heeft dan ook een matigende invloed op de temperatuur.
■ Boven land kan de lucht erg warm maar ook erg koud worden. De temperatuur kan ook heel snel wisselen.
Land-zeeverdeling
van invloed op neerslag en temperatuur
Algemene regel:
Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.

Verder van zee zijn de temperatuurverschillen tussen zomer en winter groter dan bij zee.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebergten in de V.S.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebergten tekenen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rocky Mountains

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Appalachen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Appalachen: 1) oud gebergte (afgeronde toppen) 2) middelgebergte, noord-zuidligging

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van Sierra Nevada op de foto: 1) jong gebergte 2) regenschaduw aan lijzijde 3) stuwingsregen aan loefzijde 4) noord-zuidligging (houdt oceaanwind tegen)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1) de gebergten in het westen zijn veel hoger dan die in het oosten 2) de bergen liggen in een noord-zuidligging (en niet oost-west)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zijn belangrijk?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Lezen par 1.1
Maken opdracht 2,3,4
 Deze opdrachten zijn moeilijk, maar ik raad je aan om even te puzzelen op deze opdrachten. We gaan ze na bespreken. Je hebt je aantekeningen over de temperatuursfactoren nodig. Gebruik voor opdracht 4 figuur 3 in je tekstboek.

Stop niet als je het moeilijk vind, maar ga juist even harder nadenken. SUCCES

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H1: De Verenigde Staten in Beeld

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les....
  • Heb ik geoefend met de topografie van de V.S.

  • Weet ik welke temperatuurfactoren er zijn en hoe deze van invloed kunnen zijn op het klimaat


Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

westen droge klimaten 
Oosten nattere klimaten

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veel dennenbossen
Enorme kou in New York

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

klimaatsysteem van Köppen

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Breedteligging

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. hoogteligging / 3. gebergteligging

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Gesteldheid van het aardoppervlak
Temperatuur boven land en boven zee

Slide 35 - Diapositive

Het aardoppervlak bestaat voor 29% uit land en voor 71% uit water. De stralen van de zon vallen dus of op land of op water. Dat verschil is heel belangrijk voor de temperatuur . De opwarming en afkoeling van land gaan namelijk anders dan die van water.