Börek 2024-2025 1F

Börek
  • Telefoon in de bak.
  • Zitten aan tafel.
  • Tas naast je stoel.
  • Wachten tot de docent begint.
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
KokenMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Börek
  • Telefoon in de bak.
  • Zitten aan tafel.
  • Tas naast je stoel.
  • Wachten tot de docent begint.

Slide 1 - Diapositive

Hoe verloopt de les?
  1. Uitleg
  2. Koken
  3. Eten.
  4. Schoonmaken.
  5. Verdiepings-opdracht.

Slide 2 - Diapositive

Weet je de regels nog?
Teamwork: we helpen elkaar.
Veiligheid, voor jezelf en anderen.
Respect voor elkaar en voor de docent.
Goed opletten tijdens de uitleg en stil zijn

Slide 3 - Diapositive

Wat als je je niet aan de afspraken houdt?
  • 1e streepje > waarschuwing.
  • 2e streepje > strafwerk.
  • 3e streepje > strafwerk mee naar huis. 

Slide 4 - Diapositive

Vragen
  • Er komt een vraag.
  • Denk er voor jezelf over na (10 seconden)
  • Daarna wijs ik iemand aan om de vraag te beantwoorden.
  • We luisteren naar elkaar.

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent "gezond" ook alweer?

Slide 6 - Diapositive

Wat kun je zelf ook alweer doen om gezond te blijven?

Slide 7 - Diapositive

Gezond blijven
  • Gezond eten (schijf van 5).
  • Voldoende bewegen (minimaal 1uur per dag).
  • Goed slapen (ongeveer 8 uur per dag).


Slide 8 - Diapositive

Wat is Börek?

Slide 9 - Diapositive

Uit welk land komt Börek?

Slide 10 - Diapositive

Börek: Een hartige snack uit Turkije
  •  Het is een snack die gevuld is.
  • Je kunt er bijvoorbeeld kaas, gehakt, of spinazie in doen.
  • Börek wordt gemaakt van dun deeg (filodeeg) dat je misschien kent uit de supermarkt

Slide 11 - Diapositive

We moeten net als vorige keer ui gaan snipperen. Nog even het filmpje als opfrisser...

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Stappenplan
Ik noem je groepje en je werkplek. Daarna ga je dit doen:
  1. Handen wassen en haren vast.
  2. Ingrediënten pakken. De ingrediënten op je recept zijn per groepje
  3. Recept volgen.
  4. Eten.
  5. Afwassen.
Klaar? Haal een checklist.

Slide 14 - Diapositive

Schoonmaaktaken
Klaar om ...
  1. Bank schoon.
  2. Afwas gedaan en opgeruimd.
  3.  Gootsteen leeg.
  4.  Afvalemmer leeg en schoon.
  5.  Doekje over de bank waar de snijplanken staan.
  6.  Plaat met materiaal op fornuis.
Klaar? Help anderen bij het schoonmaken.

Slide 15 - Diapositive

Quiz over vorige les en deze les...
Log in op Lesson Up met je voornaam.

Slide 16 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een voedingsmiddel

Slide 17 - Carte mentale

Geef een voorbeeld van een voedingsstof

Slide 18 - Carte mentale

Voedingsstoffen en voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen: 
Alles wat je eet en drinkt.

Voedingsstoffen: 
De stoffen die in voeding zitten en die ons lichaam nodig heeft om gezond te blijven.


Slide 19 - Diapositive

Er zijn 3 hoofdvoedingsstoffen. Eiwitten, koolhydraten en ... ?
A
Water
B
Vetten
C
Suiker

Slide 20 - Quiz

Eiwit is een echte ...
A
Brandstof
B
Bouwstof

Slide 21 - Quiz

Eiwit, een bouwstof
Je lichaam gebruikt eiwit om te bouwen, bijvoorbeeld:
  • spieren opbouwen
  • groeien
  • nieuwe cellen maken

Slide 22 - Diapositive

Koolhydraten en vetten zijn echte ...
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen.

Slide 23 - Quiz

Koolhydraten en vetten, brandstoffen
Geven het lichaam energie om te:
  • bewegen
  • na te denken
  • organen hebben ook energie nodig om te werken

Slide 24 - Diapositive

2 functies voedingsstoffen
1. Brandstof: om het lichaam energie te geven. Koolhydraten en vetten.

2. Bouwstof: om het lichaam op te bouwen. Eiwit.

Voedingsstoffen halen we uit voedingsmiddelen.

Slide 25 - Diapositive

Waarvoor heeft ons lichaam vitamines nodig?

Slide 26 - Carte mentale

Vitamines hebben we nodig om niet ziek te worden.

Slide 27 - Diapositive

Waarom is vezelrijk eten belangrijk voor je lichaam?

Slide 28 - Question ouverte

Waarom is het handig om langer vol te zitten?

Slide 29 - Diapositive

Video over spinazie.
  • Pak een pen of potlood.
  • Je krijgt een blad. Schrijf je naam erop.
  • Beantwoord tijdens het kijken de vragen.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Lien