Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
LES OPBOUW
Voorstellen
Herhalen
risico - rendement
10 min huiswerk opdracht
Sleep opdracht
3VWO - H6.6 Inkomstenbelasting
Goedemorgen !
Les vandaag:
- Kleine herhaling van Berekening
- Behandelen sommen
-Vakantie
Slide 1 - Diapositive
LES OPBOUW
Voorstellen
Herhalen
risico - rendement
10 min huiswerk opdracht
Sleep opdracht
Boxenstelsel
3 Boxen, 3 soorten belasting.
Slide 2 - Diapositive
LES OPBOUW
Voorstellen
Herhalen
risico - rendement
10 min huiswerk opdracht
Sleep opdracht
Box 1: Inkomstenbelasting
Hoe bereken je je inkomsten belasting?
Slide 3 - Diapositive
LES OPBOUW
Voorstellen
Herhalen
risico - rendement
10 min huiswerk opdracht
Sleep opdracht
Voorbeeld Belastingschijven
Slide 4 - Diapositive
Maken opg.2 p. 204
timer
5:00
Slide 5 - Question ouverte
LES OPBOUW
Voorstellen
Herhalen
risico - rendement
10 min huiswerk opdracht
Sleep opdracht
Box 1: Inkomstenbelasting
Hoe bereken je je inkomsten belasting?
Slide 6 - Diapositive
LES OPBOUW
Voorstellen
Herhalen
risico - rendement
10 min huiswerk opdracht
Sleep opdracht
Antw. opg. 1
1 a Zijn belastbaar inkomen is € 40.000 – € 4.000 = € 36.000.
b In de eerste schijf betaalt hij 36,55% over € 20.142 = € 7.361,90.
Dan resteert er € 36.000 – € 20.142 = €15.858 waarover nog betaald moet worden.
In de tweede schijf betaalt hij 40,85% over deze €15.858 = € 6.477,99.
Deze twee bedragen opgeteld leveren een belastingbedrag op van € 13.839,89.
c € 13.839,89 + € 420 – € 1.523 – € 3.002 = te betalen € 9.734,89
Slide 7 - Diapositive
Maken opg.2,3,4 p. 204
timer
8:00
Slide 8 - Question ouverte
LES OPBOUW
Voorstellen
Herhalen
risico - rendement
10 min huiswerk opdracht
Sleep opdracht
Box 1: Inkomstenbelasting
Hoe bereken je je inkomsten belasting?
Slide 9 - Diapositive
LES OPBOUW
Voorstellen
Herhalen
risico - rendement
10 min huiswerk opdracht
Sleep opdracht
Antw. opg. 2
2 Haar belastbaar inkomen is € 20.564 – € 918 = € 19.646.
€ 19.646 valt in zijn geheel in Schijf 1 - dus 36,55%
In box 1 levert dit een bedrag van 36,55% × € 19.646 = € 7.180,61 op.
Box 2 en 3 worden niet genoemd, dus doen niet mee.
Totaal aan belasting is dus € 7.180,61
Zij betaalt dus € 7.180,61 – € 2.265 – € 3.249 = € 1.666,61 aan belasting.
Slide 10 - Diapositive
LES OPBOUW
Voorstellen
Herhalen
risico - rendement
10 min huiswerk opdracht
Sleep opdracht
Antw. opg. 3
3 Achmed heeft een belastbaar inkomen van € 62.760 – € 11.432 = € 51.328.
Achmed betaalt in de eerste schijf 36,55% over € 20.142 = € 7.361,90.
Hij betaalt in de tweede schijf 40,85% over (€ 33.994 – € 20.142) = € 5.658,54
Hij betaalt in de derde schijf 40,85% over (€ 51.328 – € 33.994) = € 7.080,94 In totaal: € 20.101,38.
Het totale belastingbedrag is € 20.101,38 – € 2.182 – € 805 = € 17.114,38.
Zijn netto-inkomen is (afgerond op hele euro’s) € 62.760 – 17.114,38 = € 45.646.
Slide 11 - Diapositive
LES OPBOUW
Voorstellen
Herhalen
risico - rendement
10 min huiswerk opdracht
Sleep opdracht
Antw. opg. 4
4 a De overheid wil stimuleren dat mensen gaan werken, want de lijn loopt eerst omhoog: hoe meer je werkt (verdient), hoe hoger de arbeidskorting en dus hoe hoger je netto-inkomen.
b Bij steeds hogere inkomens is het niet meer nodig om mensen te stimuleren om te gaan werken. Bovendien verdienen deze mensen al zo veel, dat het ook niet nodig is om ze met een forse arbeidskorting een nog hoger netto-inkomen te bezorgen. Het is dus ook inkomensbeleid.
Slide 12 - Diapositive
LES OPBOUW
Voorstellen
Herhalen
risico - rendement
10 min huiswerk opdracht
Sleep opdracht
Antw. opg. 5
a. Met haar al verdiende inkomen zit zij bij de arbeidskorting ongeveer op de top. Meer werken verlaagt de korting, waardoor zij van de nieuwe klussen relatief weinig inkomen overhoudt. Het extra inkomen gaat dus voor een deel verloren aan een lager bedrag aan arbeidskorting. Bij de algemene heffingskorting speelt hetzelfde probleem.
b. Mensen zijn vanaf een bepaald inkomen niet meer bereid om nog extra werk te doen, want het levert door de daling van de kortingen (te) weinig meer op.
c. Bijvoorbeeld: mensen die al goed verdienen hoeven niet bij extra werk nog een keer veel te verdienen. Dat geld kan door de overheid beter besteed worden aan mensen die weinig verdienen of aan nuttige projecten.