Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Quiz smiley opdracht
Slide 1 - Diapositive
Energietransitie
De ecologische voetafdruk van alle Nederlanders bij elkaar is groter dan de oppervlakte van ons land. We kunnen onze voetafdruk verkleinen door over te stappen op duurzame energiebronnen. Die overstap noemen we de energietransitie
Slide 2 - Diapositive
Leg uit wat energietransitie is
Slide 3 - Question ouverte
Welke van de onderstaande maatregelen horen bij energietransitie?
A
Oude huizen isoleren
B
Het dak van de school bekleden met zonnepanelen
C
Een windpark op zee plaatsen
D
Minder lang onder de douche staan
Slide 4 - Quiz
Om het versterkte broeikaseffect te verminderen is de energietransitie een goede maatregel
A
Dat klopt
B
Dat klopt niet
Slide 5 - Quiz
Groene stroom
Als je stroom gebruikt die opgewekt is met duurzame energiebronnen, dan noem je dat groene stroom. Daarvoor kun je zonnepanelen of een windmolen gebruiken.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Groene stroom
A
Stroom die is opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen
B
Stroom die is opgewekt uit fossiele energiebronnen.
Slide 8 - Quiz
Wat is een voordeel van groene stroom?
Slide 9 - Question ouverte
Een windmolen is een manier om groene stroom op te wekken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
energieneutraal
Energieneutraal is als er in een huis net zoveel energie wordt verbruikt als energie geproduceerd.
Slide 11 - Diapositive
Wanneer kan je net zoveel energie opwekken als je nodig hebt in je huis?
A
Als je huis goed geïsoleerd is
B
Als je in een kleiner huis woont
C
Als je een groot huis hebt
D
Als je goede panelen op je dak heb
Slide 12 - Quiz
Afvalvoetafdruk
Een goede manier om te zorgen voor minder transport is recyclen en hergebruiken. Door hergebruik verminder je de
afvalvoetafdruk
Slide 13 - Diapositive
Is dingen verkopen op bijvoorbeeld Markplaats een voorbeeld van je afvalvoetafdruk verkleinen
Slide 14 - Question ouverte
Let jij thuis erop om je afvalvoetafdruk kleiner te maken door bijvoorbeeld te recyclen?
Slide 15 - Question ouverte
Circulaire economie
Hergebruik van grondstoffen
Minder afval
Duurzamer / milieuvriendelijker
Er wordt niets weggegooid
Slide 16 - Diapositive
Welke landen hebben een circulaire economie?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Vidéo
Doet Nederland aan intensieve landbouw?
A
Ja, Nederland doet daaraan
B
Nee, alleen arme landen doen daar aan mee
Slide 19 - Quiz
Wat weet je al van monocultuur?
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Is er op de foto sprake van een monocultuur in de landbouw?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quiz
Wat is het voordeel van monocultuur
A
Het is heel goedkoop
B
De gewassen groeien dan sneller
C
Je kan je toeleggen op één bepaald soort gewas
D
Er zijn dan weinig machines nodig
Slide 24 - Quiz
Biologische landbouw
Boeren die biologisch werken, moeten letten op het welzijn van de dieren, door de dieren meer ruimte te geven.