.Herhaling VPK rekenen

Herhaling VPK rekenen
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling VPK rekenen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat doen we deze les ...

Wisbordjes terugblik
Uitleg formules en wanneer gebruik je welke?
Verlengde instructie
Zelfstandig werken
Terugblik les

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk

Slide 4 - Diapositive

Wisbordjes

Schrijf je antwoord op het wisbordje.

Slide 5 - Diapositive

SOM 1
 Aanwezig een fles van 250ml Tegretol 20mg/ml.
Voorschrift 1 X per dag 150 mg.
Hoeveel ml krijgt hij?


Slide 6 - Diapositive

Antwoord:

20
1
150
?     >    7,5
X

Slide 7 - Diapositive

SOM 2
 Aanwezig een fles van 250ml Tegretol 20mg/ml.
Voorschrift 2 X per dag 150 mg.
Hoeveel ml krijgt hij per dag?


Slide 8 - Diapositive

Antwoord:

20
1
150
?     >    7,5 per keer, dus 15 ml
X

Slide 9 - Diapositive

SOM 3
Mw. Jenner dient 2600 IE geïnjecteerd te krijgen uit een ampul waarop staat : 5000 IE/ml .
Hoeveel ml injecteer je? (rond indien nodig af op 1 decimaal)

Slide 10 - Diapositive

Antwoord:

5000
1
2600
?     >    0,5(2)
X

Slide 11 - Diapositive

SOM 4
Om stolling te voorkomen wordt aan iemand 8500 IE heparine toegediend.
Men heeft de beschikking over heparine ampullen met 5000 IE heparine/2 ml.

Hoeveel ml wordt geïnjecteerd?


Slide 12 - Diapositive

Antwoord:

5000
2
8500
?     >    3,4
X

Slide 13 - Diapositive

Applaus!
applaus

Slide 14 - Diapositive

FF terugblikken
Wat lukte er (wel al)?
Hoe komt het dat dat gelukt is/je het snapte?
Wat heb je nodig?

Slide 15 - Diapositive

Nieuwe formules
1. Zuurstof



2. Sondevoeding

Slide 16 - Diapositive

Formule zuurstof cilinder 
inhoud cilinder Keer de druk = aantal liters zuurstof op voorraad in de tank
_____________________________________________________= 
aantal te geven liters per minuut keer  60 min


= de tijd hoelang je nog met de cilinder voort kan.

Slide 17 - Diapositive

SOM O2
Je hebt een zuurstofcilinder van 10 liter. De druk is 120 bar.
De patiënt heeft 3 liter zuurstof per minuut nodig.

a. Hoeveel liter zuurstof zit er in die cilinder?
b. Hoe lang kan de patiënt met de cilinder doen?

Slide 18 - Diapositive

Antwoord
a. 1200 liter
b. 400 minuten

Slide 19 - Diapositive

Formule sondevoeding 1
Aantal ml per uur = 

Totale hoeveelheid sondevoeding in ml 
--------------------------------------------
Aantal afgesproken toedieningsuren 

Slide 20 - Diapositive

SOM
In voorraad is een pak sondevoeding van 1000ml. Dit moet inlopen in 8 uur. Op welke snelheid stel je de pomp in (ml/h)?

Slide 21 - Diapositive

 ANTWOORD SOM
In voorraad is een pak sondevoeding van 1000ml. Dit moet inlopen in 8 uur. Op welke snelheid stel je de pomp in (ml/h)?

1000 : 8 = 125 ml/h

Slide 22 - Diapositive

Druppelsnelheid bereken
1 ml sondevoeding bevat 20 druppels

Slide 23 - Diapositive

Bereken de druppelsnelheid van sondevoeding
Rekenstappen die je maakt
Stap 1; Bereken de te geven hoeveelheid in druppels (aantal ml x20 druppels)
Stap 2; Bereken de inlooptijd in minuten (aantal uren x 60 minuten)
Stap 3; vul de formule in en deel het aantal druppels door het aantal minuten van de inlooptijd
Dit is de druppelsnelheid per minuut
Omdat een halve druppel niet te zien is beschrijf je het antwoord als volgt; er dienen 25 á 26 druppels per minuut toegediend te worden.

Slide 24 - Diapositive

Voorbeeld
In 4 uur tijd moet 300 ml sondevoeding worden toegediend. De druppelsnelheid is?
 

  1. 300 x 20 = 6000 druppels
  2. 4 x 60 = 240 minuten
  3. 6000 / 240 = 25 druppels per minuut


Slide 25 - Diapositive

cliënt krijgt 500 ml in 4 uur sondevoeding toegediend.
bereken de druppelsnelheid
10.000 druppels  (20 maal 500),
_______________________________________

240 minuten = 41,6 = 41 à 42 druppels

Slide 26 - Diapositive

Casus
Myrthe krijgt 2 liter sondevoeding tussen 08:00 en 18:00.

Wat is je druppelsnelheid per minuut?

Slide 27 - Diapositive

 Antwoord Casus
Myrthe krijgt 2 liter (2000 ml) sondevoeding tussen 08:00 en 18:00. (10 uren)

Wat is je druppelsnelheid per minuut?
2000 ml x 20 druppels = 40.000 druppels
10 uren x 60 min. = 600 minuten
40000 : 600 = 66 a 67 druppels per minuut

Slide 28 - Diapositive

Nu zelfstandig oefenen
READER VPK REKENEN

Slide 29 - Diapositive