4.1 Verbranding

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

4.1 Verbranding

Vandaag

Uitleg §4.1 

Maken som 1 tm 11 blz 103

Afsluiting

Leerdoelen

Je leert wat het verschil is tussen een volledige en een onvolledige verbranding.

Je leert de drie voorwaarden voor een brand en hoe een brand te blussen.

Wat heb je nodig voor verbranding?

• Brandbare stof
• Voldoende zuurstof
• Ontbrandingstemperatuur

Brandbestrijding door wegnemen van voorwaarden

Reagentia

Reagens = een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen

2 kenmerken:

Selectief: het reageert maar op 1 stof

Gevoelig: het reageert al bij kleine hoeveelheid

Reagentia

Reagens	Aan te tonen stof	Waarneming
Wit kopersulfaat	Water/waterdamp	Het wordt blauw
Helder kalkwater	Koolstofdioxide	Het wordt troebel
Broomwater	Zwaveldioxide	Het wordt kleurloos

Gevaar bij onvolledige verbranding

Er kan CO ontstaan (koolstofmono-oxide)

(On)volledige verbranding

Volledige verbranding: Voldoende zuurstof aanwezig om alle brandstof te verbranden

Onvolledige verbranding: Te weinig zuurstof om alle brandstof te verbranden

Vandaag

Vragen huiswerk? Opg 35? 37?

Uitleg §4.1 deel 1

Maken som 1 tm 7 blz 103

Afsluiting

(On)volledige verbranding

Verbranding

Wat is daarvoor nodig?

Wat zie je terug in een RV?

Er ontstaan oxides van elk element.

Sommigen moet je kennen.

Volledige of onvolledige verbranding

Vandaag

- Uitleg 4.1 deel 2

- Aan de slag met som 11, daarna 1 tm 10

- Bespreken som 11 

- Verder met de sommen

- Afsluiting

Bij de volledige verbranding van elementen ontstaan de oxides.

Atoom in brandstof	Verbrandingsproduct
C	CO 2
H	H 2 O
S	SO 2

Nu zelf: Verbranding van C₄H₇S

Atoom in brandstof	Verbrandingsproduct
C	CO 2
H	H 2 O
S	SO 2

volledige

Tekst

Verbranding

--- C₄H₇S   +     --- O₂      ->     --- CO₂   +    --- H₂O   +    ---SO₂

Afsluiting

Wat staat er bij een verbranding in de RV?

Welke oxides moet je kennen?