H2 Steden

Hoofdstuk 2 - Steden
2.1 Steden in de wereld 
2.2 Groei en opbouw van steden
2.3 Leven in megasteden
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2 - Steden
2.1 Steden in de wereld 
2.2 Groei en opbouw van steden
2.3 Leven in megasteden

Slide 1 - Diapositive

Bedenk 2 belangrijke voorzieningen die je in een stad vindt die ook voor de omringende omgeving belangrijk zijn.

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Steden liggen altijd op een gunstige plek. Wat maakt die plekken gunstig?

Slide 19 - Question ouverte

Primate city
Sommige landen hebben maar één superstad, dit is een Primate city.


Een primate city is veel groter dan de tweede stad van het land.

Parijs is een voorbeeld van een primate city.


Slide 20 - Diapositive

Het verstedelijkingstempo is laag rijke landen.
Hoe rijker een land, hoe hoger de verstedelijkingsgraad.
De verstedelijkingsgraad van rijke landen is hoger dan 75% en bij arme landen is dit lager.

Urbanisatie- of verstedelijkingsgraad: percentage hoeveel mensen er in een stad woont.
Het verstedelijkingstempo is hoog in arme landen. 
Veel mensen trekken hier van het platteland naar de stad. 

Slide 21 - Diapositive

Groei van de stad
Steden in arme landen groeien snel. De groei van steden noem je: 
Urbanisatie

Gevolgen:
Er komt een vestigingsoverschot




Slide 22 - Diapositive

Om welke twee redenen groeien steden in arme landen zo snel?

Slide 23 - Question ouverte

Waarl ligt het verstedelijkingstempo hoger?
A
Arme landen
B
Rijke landen
C
Europese landen
D
Grote landen

Slide 24 - Quiz

Verstedelijkingsgraad is het hoogst in
A
Europa
B
Afrika
C
Latijns-Amerika
D
Azië

Slide 25 - Quiz

Geef een voorbeeld van een land waar de verstedelijkingsgraad in rap tempo aan het veranderen is.

Slide 26 - Question ouverte

Als er veel urbanisatie plaatsvindt in een land is het verstedelijkingstempo hoog.
A
ja
B
nee
C
soms
D
nooit

Slide 27 - Quiz

Een primate city in Nederland is Den Haag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Wat is het verschil tussen een megastad en een wereldstad?

Slide 29 - Question ouverte

Opbouw van een stad
Amsterdam

Slide 30 - Diapositive

Stad in een rijk land
  • Central Buisiness District (CBD) ligt aan de rand of centraal. 
  • Suburbs aan de rand van de stad
  • Stadsplanning 
  • Goede infrastructuur (straten, riolering en leidingen)

Slide 31 - Diapositive

Stad in arm land
  • Slechte stadsplanning. (steden zijn te snel gegroeid) 
  • Veel industrie (fabrieken) 
  • Krottenwijken
  • Slechte infrastructuur 

Slide 32 - Diapositive

Slechte wijken
  • Slechte en zelf opgebouwde wijken noem je krottenwijken 
  • Deze plekken zijn goedkoop en niemand anders wil hier wonen

Slide 33 - Diapositive

Verschil Arm & Rijk

Slide 34 - Diapositive

Problemen Megastad
  • Meer dan 10 miljoen mensen.
  • Vooral in Azië.
  • Ongezond
  • Weinig groen
  • Veel vervuiling
  • segregatie (arm en rijk woont gescheiden van elkaar)







Slide 35 - Diapositive

Apart leven
  • Grote verschillen tussen arm en rijk
  • Rijk en arm leven gescheiden van elkaar. Dit noem je: Segregatie

Slide 36 - Diapositive

Hoe noem je het wanneer groepen mensen gescheiden wonen in aparte wijken? Let op juiste spelling !

Slide 37 - Question ouverte

Werken
In megasteden is er veel werk. In rijke landen wordt er gewerkt in de formele sector (Je betaalt belasting en men houdt zich aan de wet voor loon, werktijden en veiligheid)
In arme landen is veel werk in de informele sector. Bijvoorbeeld als schoenpoetser. Het werk is ‘zwart’ en de arbeidsomstandigheden zijn slecht. 

Slide 38 - Diapositive

Informele sector
Formele sector
Zwart werk
Limonadeverkoper
Minimum loon

Slide 39 - Question de remorquage

Wat hoort bij de formele sector?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
belasting betalen

Slide 40 - Quiz

Wat is de grootste sector in megasteden in arme landen? Let op spelling !

Slide 41 - Question ouverte