Capitulo 4 - les 6 Havo 2

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hoy es miércoles, 2 de octubre

Slide 3 - Diapositive

Las reglas:
Respect:
Als iemand praat is de rest stil
Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
We maken elkaar niet belachelijk
We komen onze afspraken na (HW, geen mobiel, etc.)

Slide 4 - Diapositive

¿Qué vamos a hacer hoy?

  • Overhoring: zinnetjes
  • Herhaling capítulo 4
  • Klokkijken

Slide 5 - Diapositive

¿Cuál es la meta de hoy? 
  • Ik weet als ik het klokkijken goed heb begrepen

  • Ik weet als ik de ontkenning in het Spaans goed begrijpt

  • Ik weet waar ik extra aandacht moet gaan besteden voor de echte toets

Slide 6 - Diapositive

Opdrachten 
Fraces clave
In stilte de zinnetjes vertalen.

Slide 7 - Diapositive

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de texto: Bron C op blz. 12 lezen
Libro de ejercicio: vragen van bron C beantwoorden op blz. 12, opdr. 6
Hoe? in duo's
Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd: 10 minutos
Uitkomst: Ik heb mijn leesvaardigheid geoefend
Klaar? Maak je puzzle af, opdr. 7


Slide 8 - Diapositive

Korte pauze
Werkwoorden vervoegen
yo= yo
tú = tú
él = naam van man / zelfst.nw enkelvoud
ella = naam van vrouw / zelfst.nw enkelvoud
nosotros = naam/namen y yo
vosotros = naam/namen y tú
ellos = twee namen van mannen / zelfst.nw meervoud
ellas = twee namen van vrouwen / zelfst.nw meervoud

Slide 9 - Diapositive

Het werkwoord ir

Slide 10 - Diapositive

ir a la biblioteca

ir al instituto

Slide 11 - Diapositive

Opdrachten 
Zinnetje vertalen naar het Spaans
1. Mijn moeder gaat naar de supermarkt.
2. Jullie gaan naar de middelbare school.
3. Mijn vader en moeder gaan naar bioscoop.
4. Ik ga naar mijn huis.
5. Jij gaat naar de bibliotheek.
6. De docent gaat naar de ziekenhuis.

Slide 12 - Diapositive

Opdrachten 
Klokkijken
1. Het is tien uur = ___________________________
2. Het is kwart over elf = ___________________________
3. Het is half acht = ___________________________
4. Het is tien over één  = ___________________________
5. Het is kwart voor tien  = ___________________________
6. Het is vijf voor één  = ___________________________

Slide 13 - Diapositive

Opdrachten 
Klokkijken
1. Het is tien uur = Son las diez
2. Het is kwart over elf = Son las once y cuarto
3. Het is half acht = Son las siete y media
4. Het is tien over één  = Es la una y diez
5. Het is kwart voor tien  = Son las diez menos cuarto
6. Het is vijf voor één  = Es la una menos cinco

Slide 14 - Diapositive

Ontkennend

Slide 15 - Diapositive

Ontkennend
1. Ella (nooit)  _______ come _______ carne.
2. Yo (nooit) ________ voy a la biblioteca.
3. La profesora (niets) ________ dice _________.
4. (Niemand) _________ hace los deberes.
5. Jorge (niets) ______ come  ___________.
6. (Niemand) ________ hay _________ en casa.
7. Yo (Niet) _________ quiero comer.
8. Ellos (geen) __________ tienen clase.

Slide 16 - Diapositive

Opdrachten 
Ontkenning
1. Yo (nooit) _______ voy _______ a cine.
2. Nosotros (nooit) ________ hablamos en la biblioteca.
3. Ella (niets) ________ dice _________.
4. (Niemand) _________ habla chino.
5. Yo (niets) ______ bailo  ___________.
6. (Niemand) ________ hay _________ en la clase.
7. Yo (Niet) _________ hablo español.
8. La profesora (geen) __________ tiene auto.

Slide 17 - Diapositive

Opdrachten 
Ontkenning
1. Yo (nooit) no voy nunca a cine.
2. Nosotros (nooit) nunca hablamos en la biblioteca.
3. Ella (niets) no dice nada.
4. (Niemand) Nadie habla chino.
5. Yo (niets) no bailo  nada.
6. (Niemand) No hay nadie en la clase.
7. Yo (Niet) no hablo español.
8. La profesora (geen) no tiene auto.

Slide 18 - Diapositive

Oefentoets
Wat? Maak de oefentoets van je werkboek op blz. 33 t/m 39
Hoe? Zelfstandig in stilte
Hulp: Alleen werkboek op tafel
Tijd: 20 minuten
Uitkomst: Ik weet wat ik nog extra moet gaan leren voor de echte toets.
Klaar? Je mag de woordjes van blz. 33 en 34 leren voor de echte toets.

Slide 19 - Diapositive

Leer voor de toets
Gramática:
Tekstboek blz. 31 - bron D: Het werkwoord ir 
Tekstboek blz. 40 - bron I: Ontkenning
Tekstboek blz. 38 - bron F : Klokkijken

Vocabulario:
werkboek blz. 31 en 32

Frases clave:
Tekstboek blz. 31 - bron E
Tekstboek blz. 40 - bron J

Slide 20 - Diapositive

¿Cuál es la meta de hoy? 

  • Ik weet als ik het klokkijken goed heb begrepen

  • Ik weet als ik de ontkenning in het Spaans goed begrijpt

  • Ik weet waar ik extra aandacht moet gaan besteden voor de echte toets

Slide 21 - Diapositive

La regla:

Slide 22 - Diapositive

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
2. Compré __________ manzanas en el supermercado.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 23 - Quiz

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
3. Necesito __________ bolígrafo para tomar apuntes.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 24 - Quiz

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
4. Quiero comprar __________ zapatos nuevos.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 25 - Quiz

Quizlet
https://ap.lc/wzBbJ

Slide 26 - Diapositive