Einde van de Koude Oorlog - onderzoek

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Het einde van de Koude Oorlog

Oostblok stort in

-Meeste geld ging naar dure wapens

-Mensen hebben weinig luxe en eten: Alle productie naar industrie of wapens

-Er is nauwelijks vrijheid: Geen vrije mening/nieuws/reizen

Michail Gorbatsjov

• Glasnost: openheid (regering verteld de waarheid/vrijheid van mening)
  

• Perestrojka: economische hervormingen (kleine eigen winkeltjes)
  

• Bezuinigen op militaire activiteiten: minder wapens, minder soldaten. 

• Dus ook minder Sovjet-soldaten buiten de Sovjet-Unie
  

Vergeet dit ook niet: wat betreft Gorbatsjov is de wapenwedloop voorbij. De Sovjet-Unie doet in ieder geval niet meer mee.

Onderzoekseisen

Wat? 

• In tweetallen of drietallen een onderzoek te doen naar de val van het communisme.
  

Hoe? 

• Door gebruik te maken van jouw boek en het internet. 
  
• Zorg dat jouw informatie betrouwbaar is.
  
• Noteer je bronnen.
  

Hoelang?

• Jullie hebben 20 minuten de tijd.
  

Hoeveel?

• Je moet minimaal antwoord kunnen geven op de volgende vragen:
  

1. Beschrijf in je eigen woorden de binnenlandse situatie binnen het land in 1989 dat jij gaat onderzoeken.
   
2. Noem oorzaken van de val van het communisme.
   
3. Hoe is er gereageerd door de betrokkenen? (Leider SU, leider VS, de leider van het land en het volk van het land.)
   

Landen:

1: Roemenië

2: Polen

3: De DDR (Oost-Duitsland)

4: Hongarije

5: Rusland

Onderzoekseisen

Wat? 

• In tweetallen of drietallen een onderzoek te doen naar de val van het communisme.
  

Hoe? 

• Door gebruik te maken van jouw boek en het internet. 
  
• Zorg dat jouw informatie betrouwbaar is.
  
• Noteer je bronnen.
  

Hoelang?

• Jullie hebben 20 minuten de tijd.
  

Hoeveel?

• Je moet minimaal antwoord kunnen geven op de volgende vragen:
  

1. Beschrijf in je eigen woorden de binnenlandse situatie binnen het land in 1989 dat jij gaat onderzoeken.
   
2. Noem oorzaken van de val van het communisme.
   
3. Hoe is er gereageerd door de betrokkenen? (Leider SU, leider VS, de leider van het land en het volk van het land.)
   

Noem 3 dingen die je deze les hebt geleerd.

Noem 1 ding dat je nog niet zo goed begrijpt en nog meer uitleg over wil krijgen.

Noem 1 ding die waar je meer over wilt weten. (Van uit interesse of onbeantwoorde vragen)