V2J 21-05-2021 V2 CH1 3 lessen op rij

V2J ~ français ~ 21-05-2021

Le saviez-vous?

De Fransen brengen bijna 9 van de 10 vakanties door in eigen land

De populairste buitenlandse vakantiebestemmingen onder de Fransen zijn Spanje (23%) en Italië (17%).
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

V2J ~ français ~ 21-05-2021

Le saviez-vous?

De Fransen brengen bijna 9 van de 10 vakanties door in eigen land

De populairste buitenlandse vakantiebestemmingen onder de Fransen zijn Spanje (23%) en Italië (17%).

Slide 1 - Diapositive

Objectifs du cours dernier
  • ... ken je woorden en zinnen die te maken hebben met reizen en vakantie.

  • ... kun je een artikel uit een reismagazine begrijpen.
  • ... weet je hoe een artikel in een reismagazine eruit kan zien en wat er in kan staan.
  • ... heb je de inhoud van jouw eigen artikel in grote lijnen bedacht.

Slide 2 - Diapositive

À la fin du cours...

  • ... kun je vertellen waar je naartoe bent geweest.

  • ... kun je vertellen wat voor weer het is geweest.

  • ... kun je aan de hand van plaatjes een vakantie beschrijven in de passé composé.

Slide 3 - Diapositive

Le programme

  • La destination

  • Le temps

  • Décrire des vacances

Slide 4 - Diapositive

La destination

Tu as été où?

J'ai été à Amsterdam / à Kampen / à New York / à Paris.

J'ai été en France / en Italie.
J'ai été au Maroc / au Danemark.
J'ai été aux Pays-Bas / aux États-Unis.

Slide 5 - Diapositive

La destination

Carte du monde

À tour de rôle, 4 destinations par personne:

J'ai été ...

3 minutes

Slide 6 - Diapositive

Rad van fortuin

Slide 7 - Diapositive

Le programme

  • La destination

  • Le temps

  • Décrire des vacances

Slide 8 - Diapositive

Le temps



Écoute la météo et combine.

Slide 9 - Diapositive

en France
en Norvège
en Suède
en Belgique / aux Pays-Bas
en Espagne / au Portugal
il pleut
il fait beau
il fait 28 degrés
il fait froid
il fait 32 degrés

Slide 10 - Question de remorquage

Le temps

il pleut

il fait beau / mauvais

il fait froid / chaud

il fait 28 degrés

Slide 11 - Diapositive

Le temps

il pleut = het regent

il fait beau / mauvais = het is mooi / slecht weer

il fait froid / chaud = het is koud / warm

il fait 28 degrés = het is 28 graden

Slide 12 - Diapositive

Le temps

het heeft geregend

het is mooi / slecht weer geweest

het is koud / warm geweest

het is 28 graden geweest

Slide 13 - Diapositive

Le temps

het heeft geregend = il a plu

het is mooi / slecht weer geweest = il a fait beau / mauvais

het is koud / warm geweest = il a fait froid / chaud

het is 28 graden geweest = il a fait 28 degrés

Slide 14 - Diapositive

Le programme

  • La destination

  • Le temps

  • Décrire des vacances

Slide 15 - Diapositive

Décrire des vacances

Moi: Eric, 13, IJsselmuiden
Destination (et transport)
Famille
Temps
1 activité
Avis

Slide 16 - Diapositive

Décrire des vacances

Moi: Louise, 14, Wilsum
Destination (et transport)
Famille
Temps
1 activité
Avis

Slide 17 - Diapositive

Devoirs pour le 27-05-2021


Neem minimaal 1 en maximaal 3 foto's mee van jouw favoriete vakantie (digitaal). 
Deze voeg je uiteindelijk toe aan jouw artikel.

Slide 18 - Diapositive

À la fin du cours...

  • ... kun je vertellen waar je naartoe bent geweest.


  • ... kun je vertellen wat voor weer het is geweest.


  • ... kun je aan de hand van plaatjes een vakantie beschrijven in de passé composé.

Slide 19 - Diapositive