Werkwoordelijk gezegde

Werkwoordelijk gezegde
Grammatica
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Werkwoordelijk gezegde
Grammatica

Slide 1 - Diapositive

Planning
Terugblik
Lesdoelen
Wat weet je nog?
Uitleg
Opdrachten
Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd wat de persoonsvorm is en hoe je deze kunt vinden.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet wat het werkwoordelijk gezegde is.
  • Je kan bepalen wat het werkwoordelijk gezegde in een zin is.
  • Je kan zelf goede zinnen maken met een werkwoordelijk gezegde.

Slide 4 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde
In een zin staan (bijna) altijd werkwoorden.
Alle werkwoorden samen vormen het werkwoordelijk gezegde. 

Het werkwoordelijk gezegde geeft altijd aan wat iets of iemand doet. 



Zinnen zonder werkwoord zie je vaak als er antwoord wordt gegeven op een vraag.
Waar woon je? -> In Nederland.

Slide 5 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de persoonsvorm en/of meer andere werkwoorden.










Persoonsvorm = zou
De woorden gelezen en hebben zijn ook werkwoorden.
Werkwoordelijk gezegde = zou gelezen hebben.


Slide 6 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde

Slide 7 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!

Slide 10 - Diapositive

Wat kun je doen?
  1. Extra uitlegfilmpjes bekijken (Link in LessonUp);
  2. Extra uitleg lezen (Link in LessonUp);
  3. Oefeningen maken Junior Einstein (Link in LessonUp);
  4. Oefeningen maken in Numo (Werkwoordelijk gezegde);
  5. Samen een paar zinnen oefenen.

Slide 11 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Lien

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Lien

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Lien

Extra uitleg

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Uitlegfilmpjes

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Wat heb je geleerd?

Slide 25 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet wat het werkwoordelijk gezegde is.
  • Je kan bepalen wat het werkwoordelijk gezegde in een zin is.
  • Je kan zelf goede zinnen maken met een werkwoordelijk gezegde.

Slide 26 - Diapositive