Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
Waar denk je aan als je aan ICT denkt?
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Vraag:
Waar staan de letters
ICT
voor?
Slide 3 - Diapositive
Informatie
en
Communicatie
Technologie
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Wat is dit?
A
Fax
B
Printer
C
Scanner
D
Printer en Scanner
Slide 6 - Quiz
Wat is dit?
A
Muis
B
USB-stick
Slide 7 - Quiz
Wat zijn dit?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is dit?
A
TV
B
Beeldscherm
Slide 9 - Quiz
Wat is dit?
Slide 10 - Question ouverte
Wat is dit?
A
PC
B
Spelcomputer
Slide 11 - Quiz
Wat is dit?
Slide 12 - Question ouverte
Nu zelf aan de slag!
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
HARDWARE VS SOFTWARE
Wie weet het verschil tussen hardware en software?
Slide 16 - Diapositive
HARDWARE VS SOFTWARE
HARDWARE
Verzamelnaam voor alle fysieke (aanraakbare) onderdelen van een computer en de randapparatuur. Monitoren, modems, printers en scanners behoren allemaal tot de categorie hardware.
Slide 17 - Diapositive
HARDWARE EN SOFTWARE
SOFTWARE
Computerprogrammatuur. Software bevat instructies aan het computersysteem en maakt het mogelijk dat de computerapparatuur taken uitvoert.
Slide 18 - Diapositive
Besturingssystemen PC
Slide 19 - Diapositive
OS van Apple (Operating System)
Windows van Microsoft
Slide 20 - Diapositive
Besturingssysteem tablet en mobiel
Slide 21 - Diapositive
Android en iOS
Slide 22 - Diapositive
De ''i'' staat voor internet.
Ook voor meerdere producten van Apple: ipad, iphone, ipod, iMac, enz.
Via configuratiescherm – muis aan te passen; snelheid, vormgeving , linkshandige
Slide 38 - Diapositive
Het internet
Slide 39 - Diapositive
Het internet
World Wide Web
Slide 40 - Diapositive
Het internet browsers
Slide 41 - Diapositive
Browsers
chrome
Internet Explorer
Firefox
Safari (Apple)
Slide 42 - Diapositive
Definitie Browsers
Programma om op het internet rond te surfen en sites te bekijken.
Programma waarmee World Wide Web-pagina`s geraadpleegd kunnen worden.
Slide 43 - Diapositive
Definitie zoekmachines
Een zoekmachine stelt gebruikers in staat op basis van trefwoorden naar bepaalde informatie te zoeken. Voorbeelden van zoekmachines zijn Ilse, Lycos, Altavista, Google en Yahoo.
Slide 44 - Diapositive
ZELF OP ZOEK!
Slide 45 - Diapositive
ZELF OP ZOEK!
Afbeeldingen zoeken.
Bekijken van Google Maps; met stateliet beelden = inzoomen en streetview.
Kijk ook eens op: nu.nl - buienradar.nl - knmi.nl - routenet.nl of anwb.nl