Staal categorie 10: klankgroepenwoorden oefenen
1 / 21
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
A
flipers
B
fliepers
C
fliepers
D
flippers
Slide 2 - Quiz
A
eland
B
eeland
C
elant
D
eelant
Slide 3 - Quiz
A
peutter
B
peuter
C
pueter
D
puetter
Slide 4 - Quiz
A
blikzem
B
blikksem
C
blikkzem
D
bliksem
Slide 5 - Quiz
A
kaarate
B
karaate
C
karate
D
kaaraate
Slide 6 - Quiz
A
poema
B
poemaa
C
puma
D
pumaa
Slide 7 - Quiz
A
verassen
B
verrassen
C
verrasen
D
verasen
Slide 8 - Quiz
A
grieselig
B
griesselig
C
griezelig
D
griezzelig
Slide 9 - Quiz
A
plenzen
B
plensen
C
plennzen
D
plennsen
Slide 10 - Quiz
A
poolitie
B
pollitie
C
politie
D
politsie
Slide 11 - Quiz
A
verkuoden
B
verkoudden
C
verkuodden
D
verkouden
Slide 12 - Quiz
A
opptimaal
B
optimaal
C
optiemaal
D
opptiemaal
Slide 13 - Quiz
A
paagina
B
paginaa
C
pagina
D
pagiena
Slide 14 - Quiz
A
waserij
B
wasserij
C
wasserrij
D
waserrij
Slide 15 - Quiz
A
droomerig
B
drommerig
C
droommerig
D
dromerig
Slide 16 - Quiz
A
seizoen
B
seizzoen
C
seisoen
D
seissoen
Slide 17 - Quiz
A
gollven
B
goolven
C
golven
D
goollven
Slide 18 - Quiz
A
saalade
B
salade
C
salaade
D
saalaade
Slide 19 - Quiz
A
zeebra
B
zeebraa
C
zebra
D
zebraa
Slide 20 - Quiz
A
platteland
B
plateland
C
plattelland
D
platelland
