Blok 5 grammatica klas 2 kgt

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.

Slide 1 - Diapositive

Vandaag leer je...
-Wat een bijwoordelijke bepaling is
-Hoe je een bijwoordelijke bepaling kan vinden

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Welke vraag(en) stel je ook alweer om de bijwoordelijke bepaling te bepalen?
  • waar= bijwoordelijke bepaling van plaats
  • wanneer= bijwoordelijke bepaling van tijd
  • hoe = bijwoordelijke bepaling van reden

Slide 4 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling
A
geeft o.a. antwoord op vragen: waar? en wanneer?
B
Is een prullenbak!
C
Alles wat overbljft

Slide 5 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Gisteren hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
gisteren

Slide 6 - Quiz

bijwoordelijke bepaling
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.

Slide 7 - Question de remorquage

Bijwoordelijke bepaling(en)
Ik
mijn huiswerk
heb
af.
bijna altijd

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep de zinsdelen die een bijwoordelijke bepaling zijn naar de box.
Vanmorgen
ging
de buurman
over straat

Slide 9 - Question de remorquage

lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij 
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad

Slide 10 - Question de remorquage

In een zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen staan, maar het kan ook zo zijn dat er geen bijwoordelijke bepaling in de zin staat.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Een bijwoordelijke bepaling..
A
zijn overgebleven zinsdelen
B
staan meestal niet in de zin
C
kun je vinden als je het gezegde hebt
D
valt niet onder zinsdelen

Slide 12 - Quiz

EXTRA: bijwoordelijke bepaling.
Je vindt bijwoordelijke bepalingen door vraagwoorden te gebruiken, zoals:
A
de, het, een
B
waar, wanneer, hoe, waarom, waarmee
C
ik, jij, zij, hem
D
wie, wat

Slide 13 - Quiz

Het tweede beeldscherm
is
aangekomen.
eindelijk
bijwoordelijke bepaling

Slide 14 - Question de remorquage

De docent wiskunde
heeft
Amber
uitleg
gegeven.
na het laatste lesuur
bijwoordelijke bepaling

Slide 15 - Question de remorquage

bijwoordelijke bepaling
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.

Slide 16 - Question de remorquage

lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij 
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad

Slide 17 - Question de remorquage

Zelfstandig werken
5.2 Grammatica 
Maken: A, B & C

Slide 18 - Diapositive