Les verbes réguliers en -IR

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Les verbes en -IR (réguliers) & le passé composé

Ik heb blond haar en groene ogen.

Zij heeft bruin, stijl haar.

Ik heb dezelfde bruine ogen als mijn ogen.

Een bril past goed bij mijn stijl.

J'ai les mêmes yeux bruns que ma soeur

Les lunettes, ça va bien avec mon style.

Elle a les cheveux bruns et raides.

J'ai les cheveux blonds et les yeux verts

Om de passé composé te vormen, heb je nodig ... en ...

AVOIR ( = hebben)

Vervoeging van "avoir" met vertaling :

Je ... mon exercice. (finir)

1. finit
2. finis
3. finissez
4. finissons

Elle ... très vite! (grandir)

1. grandis
2. grandit
3. grandissent
4. grandissez

Lundi, le 11-11-'19, ... un cadeau dans le magasin. (choisir)

1. j'ai choisi
2. je choisis
3. nous avons choisii
4. tu choisis

Le pain ... dans le four. (grossir)

1. grossis
2. grossissez
3. grossissent
4. grossit

Je ... pour mon test! (réussir)

Nous ... le prof de français! (obéir)

Elle est amoureuse de Louis. Regarde! Elle ... . (rougir)

Mes parents ... mon chien. (punir - Passé Composé)

Ga naar Magister --> leermiddelen --> Frans

Doel: Ik heb 65% van de oefeningen correct

1. Ga naar Unité 1: Sports & Passions
   
2. Ga naar 1.3 Grammaire I: 8E.2*
   
3. Ga naar Unité 3: C'est qui? C'est quoi?
   
4. Ga naar 3.3 Grammaire I
   
5. Maak opdracht: 8G*, 8H.1**,8H.2**
   
6. Meer oefenen? www.verbuga.eu met finir, choisir en avoir
   
7. Klaar? Apprendre 8 (p.113)

Wat vond je van deze les op de iPad?

1. 👍 Nog eens doen!
2. 👎 Nee ik werk liever in het boek
3. 😕