Anatomie: herhaling hormonen

Anatomie: herhaling hormonen
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
ParaveterinairMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Anatomie: herhaling hormonen

Slide 1 - Diapositive

Hormoonstelsel
  • endocriene klieren
  • boodschapperstoffen = hormonen

(exocriene klieren produceren bijvoorbeeld enzymes)

Slide 2 - Diapositive

Hoe worden hormonen door het lichaam vervoerd? (1 woord)

Slide 3 - Question ouverte

Klieren
Endocriene klieren = zonder afvoerbuis, transport product via bloed
Exocriene klieren = met afvoerbuis, product naar "buitenwereld"

Slide 4 - Diapositive

Welke exocriene klieren ken je?

Slide 5 - Question ouverte

Welke endocriene klieren ken je?

Slide 6 - Question ouverte

Het begint met....
  • Homeostase: het doel van de hele hormoonhuishouding
  • Hypothalamus en hypofyse sturen de meeste andere klieren aan

Slide 7 - Diapositive

Waar ligt de hypothalamus? In de .... (1 woord)

Slide 8 - Question ouverte

10

Slide 9 - Vidéo

00:50
Adenohypofyse is Latijns voor
A
hypofyse voorkwab
B
hypofyse achterkwab

Slide 10 - Quiz

01:19
Wat heeft een kat met een schildklierprobleem bijna altijd?
A
te weinig schildklierhormoon
B
te veel schildklierhormoon

Slide 11 - Quiz

02:33
Wat zijn de bijnierschors-hormonen?
A
ADH en oxytocine
B
TSH en groeihormoon
C
aldosteron en cortisol
D
MSH en erytropoetine (EPO)

Slide 12 - Quiz

02:54
Wat produceert de hypothalamus?
A
releasing hormones
B
oxytocine en GH
C
FSH en LH
D
produceert geen hormonen

Slide 13 - Quiz

03:32
Welke 2 hormonen regelen het calciumgehalte in het bloed?
A
FSH en oxytocine
B
PTH en calcitonine
C
MSH en oxytocine
D
GH en calcitonine

Slide 14 - Quiz

04:46
Welk hormoon wordt er nu geproduceerd door het bijniermerg?
A
oxytocine
B
(nor)adrenaline
C
follikel-stimulerend hormoon
D
thyroid-stimulerend hormoon

Slide 15 - Quiz

05:44
De pancreas regelt de hoeveelheid ...... in het bloed (1 woord)

Slide 16 - Question ouverte

07:04
Wat is de functie van gastrine?
A
regelt zuurgraad in duodenum
B
stimuleert afgifte gal
C
laat maag maagzuur maken
D
stimuleert afgifte verteringsenzymen

Slide 17 - Quiz

07:12
Wat is de functie van secretine?
A
regelt zuurgraad in duodenum
B
stimuleert afgifte van gal
C
laat maag maagzuur maken
D
stimuleert afgifte van verteringsenzymes

Slide 18 - Quiz

07:54
Wat is de functie van erytropoetine?
A
bevordert gluconeogenese
B
verhoogt de bloeddruk
C
versnelt de stofwisseling
D
laat beenmerg rode bloedcellen maken

Slide 19 - Quiz

Wie is de baas?
  • De hypofyse stuurt de meeste endocriene organen aan
  • De hypothalamus stuurt de hypofyse aan via releasing factores en inhibiting factores
  • De endocriene organen geven feedback aan de hypothalamus en hypofyse

Slide 20 - Diapositive

Wie regelt wat?
Bij de volgende vraag sleep je de endocriene klier naar het juiste vak: wie regelt wat die endocriene klier doet?

Slide 21 - Diapositive

Adenohypofyse
Zelfstandig
Bijnierschors
Schildklier
Geslachtsklieren
Bijschildklier
Bijniermerg
Alvleesklier

Slide 22 - Question de remorquage

Nog 1x .....
de endocriene klieren
de hormonen bij de endocriene klieren
de functies van de hormonen

Slide 23 - Diapositive

Neurohypofyse
ADH = antidiuretisch hormoon: minder urine produceren 

oxytocine = baarmoeder trekt samen + ...... ??

Slide 24 - Diapositive

Oxytocine laat de baarmoeder samentrekken en ...?
A
dalen van osmotische waarde bloed
B
follikel ovarium gaat ovuleren
C
het schieten van de melk
D
stofwisseling vertraagd

Slide 25 - Quiz

Adenohypofyse
Produceert 7 hormonen:
Prolactine, groeihormoon, ACTH en .....??

Slide 26 - Diapositive

Noem nog 4 hormonen uit de adenohypofyse

Slide 27 - Question ouverte

Adenohypofyse-prolactine
Stimuleert de vorming van melk in de melkklieren

Slide 28 - Diapositive

Adenohypofyse-GH
Bevordert het anabolisme = omzetting van grondstoffen in bouwstoffen (eiwitten en vetten)

Slide 29 - Diapositive

Adenohypofyse-ACTH
Stimuleert de bijnier...... tot afgifte van corticosteroïden

Slide 30 - Diapositive

ACTH stimuleert bijnier ..... tot afgifte corticosteroïden
A
schors
B
merg

Slide 31 - Quiz

Adenohypofyse-MSH
Stimuleert de vorming van pigment in de huid

Slide 32 - Diapositive

Adenohypofyse-TSH
Stimuleert de schildklier tot afgifte van T3 en T4

Slide 33 - Diapositive

Adenohypofys-FSH
Stimuleert de rijping van follikels in de ovaria; zorgt voor goede vorming van zaadcellen

Slide 34 - Diapositive

Adenohypofyse-LH
Induceert de ovulatie en de vorming van het gele lichaam; stimuleert de vorming van testosteron

Slide 35 - Diapositive

Nieren
EPO = Stimuleert het beenmerg tot de vorming van rode bloedcellen

Renine = stabiel houden van ...... ??

Slide 36 - Diapositive

Renine houdt ...... stabiel
A
glucosegehalte bloed
B
calciumgehalte bloed
C
bloeddruk en natriumgehalte bloed
D
anabolisme

Slide 37 - Quiz

Bijnieren-aldosteron
Via RAAS = stijging bloeddruk

Slide 38 - Diapositive

Bijnieren-cortisol
  • Bevordert de opname van glucose door de hersenen ipv spieren; 
  • gluconeogenese; 
  • remmen immuunsysteem en daarmee verlagen van de weerstand = remmen ontstekingsreacties

Slide 39 - Diapositive

Bijnieren-(nor)adrenaline
Lichaam klaar maken om te vechten/vluchten

Slide 40 - Diapositive

Schildklier-T3 en T4
Lichaamscellen aanzetten tot sneller metabolisme + gevoelig maken voor GH

Slide 41 - Diapositive

Schildklier-calcitonine
Calcitonine zorgt voor ...... calcium in het bloed

Slide 42 - Diapositive

Calcitonine zorgt voor ....... calcium in het bloed
A
meer
B
minder

Slide 43 - Quiz

Bijschildklier-PTH
Stijging van calcium in het bloed door 
1. Activatie osteoclasten; 
2. Terugwinnen van calcium in de nieren; 
3. Meer opname van calcium vanuit de darm

Slide 44 - Diapositive

Alvleesklier-insuline
Stimuleert de opname van glucose door de lichaamscellen en remt de gluconeogenese = ....... glucose in het bloed

Slide 45 - Diapositive

Insuline zorgt voor een ..... van glucose in het bloed.
A
daling
B
stijging

Slide 46 - Quiz

Alvleesklier-glucagon
Stimuleert lever glucose af te geven en bevordert gluconeogenese = verhoogt glucose spiegel in het bloed

Slide 47 - Diapositive

Maag-gastrine
Zet maag aan tot productie van maagsap

Slide 48 - Diapositive

Duodenum-secretine
Neutraliseert zure maaginhoud net na de maag

Slide 49 - Diapositive

Dunne darm: cholecystokinine
Stimuleert de afgifte van verteringsenzymen door de alvleesklier en de afgifte van gal door galblaas

Slide 50 - Diapositive

Hoe goed begin de je hormonen te kennen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 51 - Sondage