2ha Grammatica Zinsdelen - H4

Grammatica
  • Pak alvast je boek, schrift, studiewijzer en iPad
  • Log in op LessonUp
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica
  • Pak alvast je boek, schrift, studiewijzer en iPad
  • Log in op LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet het verschil tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde.
  • Je weet wat een bijvoeglijke bepaling is.
  • Je kunt een bijvoeglijke bepaling in een zin herkennen.

Slide 2 - Diapositive

dinsdag 14 feb
Grammatica ZD H4
donderdag 16 feb
Grammatica ZD H5
maandag 20 feb
Grammatica ZD H6
dinsdag 21 feb
Oefenen, herhalen, vragenuur
donderdag 27 feb
Proefwerk Grammatica ZD H1-6
Planning tot aan de vakantie

Slide 3 - Diapositive

Die kapotte voetbalschoenen lopen nog altijd prima. 
Benoem het zinsdeel 'die kapotte voetbalschoenen'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 4 - Question de remorquage

Waarom geef je die oude sportschoenen aan je buurjongen?
Benoem het zinsdeel 'oude sportschoenen'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 5 - Question de remorquage

Mijn oom heeft afgelopen zondag 30 kilometer hardgelopen.
Benoem het zinsdeel 'heeft hardgelopen'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 6 - Question de remorquage

Zij is directeur van dit bedrijf geworden.
Benoem het zinsdeel 'is directeur geworden'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
naamwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 7 - Question de remorquage

Geef jij je neefje ook een stukje taart?
Benoem het zinsdeel je neefje'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
naamwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 8 - Question de remorquage

Tijdens de vakantie is iedereen vast en zeker zeer vrolijk. 
Benoem het zinsdeel 'tijdens de vakantie'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 9 - Question de remorquage

Alles bij elkaar. Ontleed de zin: pv t/m bwb

In onze wijk wordt vanavond
het oud papier opgehaald.
timer
2:00

Slide 10 - Question ouverte

Antwoord vorige vraag 
/ In onze wijk / wordt / vanavond / het oud papier / opgehaald. /

pv = wordt
ow = het oud papier
wg = wordt opgehaald (geen ng dus)
lv = x
mv = x
bwb (plaats) = in onze wijk
bwb (tijd) = vanavond

Slide 11 - Diapositive

Grammatica woordsoorten H3
werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?


blz. 88-89

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Verschil tussen wg en ng
Het werkwoordelijk gezegde (wg) zegt wat iemand of iets doet. Het naamwoordelijk gezegde (ng) zegt wat iemand of iets is of wordt. Dat is het verschil.
Het naamwoordelijk gezegde bevat een koppelwerkwoord, een werkwoordelijk deel en een [naamwoordelijk deel]. Het geeft een kenmerk of eigenschap van iemand of iets.

Slide 14 - Diapositive

wg of ng?
Mijn broertje heeft voor het eerst in zijn leven een marathon gelopen.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 15 - Quiz

wg of ng?
Alinda is Olympisch kampioen op de 1000 meter schaatsen geworden.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 16 - Quiz

Huiswerk bespreken
Grammatica zinsdelen H3
Opdracht 1 t/m 4

In je groepje of alleen.

Slide 17 - Diapositive

Grammatica woordsoorten H4
bijvoeglijke bepaling


blz. 124-125

Slide 18 - Diapositive

Bijvoeglijke bepaling
In sommige zinsdelen geven zinsdeelstukken (bepalingen) extra informatie over het belangrijkst woord van het zinsdeel -> de kern. 
Als deze kern een zelfstandig naamwoord (mens, dier, ding of plant) is, dan is er sprake van een bijvoeglijke bepaling (bijv.bep). Een bijv.bep staat vaak voor of achter het zelfstandig naamwoord.

Slide 19 - Diapositive

Bijvoeglijke bepaling
In sommige zinsdelen geven zinsdeelstukken (bepalingen) extra informatie over het belangrijkst woord van het zinsdeel -> de kern. 
Als deze kern een zelfstandig naamwoord (mens, dier, ding of plant) is, dan is er sprake van een bijvoeglijke bepaling (bijv.bep). Een bijv.bep staat vaak voor of achter het zelfstandig naamwoord.

Slide 20 - Diapositive

Noteer alle bijvoeglijke bepalingen.

Het vliegtuig landt op de grote luchthaven.

Slide 21 - Question ouverte

Noteer alle bijvoeglijke bepalingen.

Het paarse vliegtuig landt op de gigantische luchthaven in Sydney.

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Vidéo

Maken
Grammatica zinsdelen H4
Opdracht 1 t/m 4

In je groepje of alleen.

Slide 24 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet het verschil tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde.
  • Je weet wat een bijvoeglijke bepaling is.
  • Je kunt een bijvoeglijke bepaling in een zin herkennen.

Slide 25 - Diapositive

Tijdens de vakantie is iedereen vast en zeker zeer vrolijk. 
Benoem het zinsdeel 'tijdens de vakantie'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 26 - Question de remorquage

Waarom geef je die oude sportschoenen aan je buurjongen?
Benoem het zinsdeel 'oude sportschoenen'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 27 - Question de remorquage

Zij is directeur van dit bedrijf geworden
Benoem het zinsdeel 'tijdens de vakantie'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
naamwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 28 - Question de remorquage