Kennismakingsles
1 / 26
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel keer is Duitsland groter dan Nederland?
A
2 keer
B
4 keer
C
8 keer
D
14 keer
Slide 2 - Quiz
Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
4
B
5
C
11
D
9
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
In welke landen wordt Duits gesproken?
A
Oostenrijk, Duitsland, Polen
B
Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland
C
Duitsland, Zwitserland, Polen
Slide 5 - Quiz
Wat is NIET typisch Duits?
A
poffertjes
B
bier
C
braadworst
D
Bretzel
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
die Hose
die Schuhe
der Pullover
die Socken
Slide 8 - Question de remorquage
Welk automerk is Duits?
A
KIA
B
Mitsubishi
C
Volkswagen
D
Ford
Slide 9 - Quiz
Welke sportmerken zijn Duits?
A
Adidas & Puma
B
Puma & Umbro
C
Adidas & Nike
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Bekannte Wörter
Slide 13 - Carte mentale
Bekannte Wörter
Slide 14 - Carte mentale
Slide 15 - Diapositive
Wie heißt du?
Wo wohnst du?
Wie alt bist du?
Was ist deine Haarfarbe?
Was ist deine Augenfarbe?
Was isst du gern?
Ich heiße ....
Ich wohne in Dordrecht
Ich bin zehn/elf/zwölf Jahre alt.
Ich habe blaue/ braune/ grüne Augen.
Meine Haarfarbe ist blond/braun
Ich esse gern Schnitzel.
Slide 16 - Question de remorquage
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
4
B
5
C
11
D
9
Slide 23 - Quiz
Wat is NIET typisch Duits?
A
poffertjes
B
bier
C
braadworst
D
Bretzel
Slide 24 - Quiz
In welke landen wordt Duits gesproken?
A
Oostenrijk, Duitsland, Polen
B
Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland
C
Duitsland, Zwitserland, Polen
