Grammatica

Wat is de persoonsvorm in deze zin: Meester Wim is weer aan de betere hand.
A
Meester Wim
B
Is
C
Weer
D
hand
1 / 12
suivant
Slide 1: Quiz
SpellingBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat is de persoonsvorm in deze zin: Meester Wim is weer aan de betere hand.
A
Meester Wim
B
Is
C
Weer
D
hand

Slide 1 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin:
De rode auto rijdt veel te snel.
A
rode
B
auto
C
rijdt
D
snel

Slide 2 - Quiz

Wat is het lidwoord in deze zin:
De zomervakantie staat weer voor de deur.
A
staat
B
voor
C
De
D
de

Slide 3 - Quiz

Wat is het onderwerp in deze zin: Meester John liep stage in groep 7/8.
A
Meester John
B
liep
C
stage
D
groep 7/8

Slide 4 - Quiz

Wat is het voegwoord in deze zin:
Gisteren heeft de meester een toets gemaakt en dat ging goed.
A
Gisteren
B
heeft
C
en
D
goed

Slide 5 - Quiz

Wat is het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord in deze zin:
De meester heeft een toets gemaakt.
A
De
B
heeft
C
gemaakt
D
toets

Slide 6 - Quiz

Wat is het voorzetsel in deze zin:
De muis kruipt in het nestje.
A
de
B
kruipt
C
het
D
in

Slide 7 - Quiz

Wat is het voegwoord in deze zin:
Dit was een leuke week of denken jullie daar anders over?
A
leuk
B
week
C
,of
D
denken

Slide 8 - Quiz

Wat is het stoffelijk bijvoeglijknaamwoord in deze zin:
De houten kast is kapot.
A
De
B
houten
C
kast
D
kapot

Slide 9 - Quiz

Wat is het voorzetsel in deze zin:
Vorige week zat er een vogel op mijn auto.
A
Zat
B
er
C
een
D
op

Slide 10 - Quiz

Wat is het bijvoeglijknaamwoord in deze zin:
De mooie, rode vis zwemt erg hard.
A
mooie, rode
B
vis
C
zwemt
D
hard

Slide 11 - Quiz

Wat is het voegwoord in deze zin:
Gisteren hadden wij allemaal een korte broek aan, want het was warm.
A
want
B
warm
C
aan
D
hadden

Slide 12 - Quiz