metalen en kunststoffen

Wat gaan we deze les doen?
Paragraaf 5.1 metalen
Doelen

Aan het einde van de les kun je
-3 eigenschappen van metalen benoemen
-Het verschil tussen edele en onedele metalen benoemen
-uitleggen hoe metaal wordt gewonnen
-uitleggen wat corrosie en legeringen zijn
Uitleg
Aan de slag
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we deze les doen?
Paragraaf 5.1 metalen
Doelen

Aan het einde van de les kun je
-3 eigenschappen van metalen benoemen
-Het verschil tussen edele en onedele metalen benoemen
-uitleggen hoe metaal wordt gewonnen
-uitleggen wat corrosie en legeringen zijn
Uitleg
Aan de slag

Slide 1 - Diapositive

Metalen

Slide 2 - Diapositive

Edel of onedel
Edel: reageert nauwelijks met zuurstof of water

Onedel: reageert met zuurstof en water. Je krijgt dan corrosie (roest)

Slide 3 - Diapositive

Legering = een mengsel van verschillende metalen
  • IJzer + chroom + koolstof = roestvast staal
  • Koper + zink = messing
  • Koper + tin = brons
  • Lood + tin = soldeer
  • kwik + zilver = zilveramalgaam

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Reactievergelijking opstellen
Zoek op...
reactievergelijking voor het maken van ijzer
Schrijf de formule op

zoek op...
reactievergelijking voor het maken van koper
Schrijf de formule op

Slide 6 - Diapositive

Aan de slag
Maak opdracht 1 tm 12 in een schrift.

Klaar? Laat controleren

Slide 7 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
5.2 kunststoffen om je heen
Doelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen 
-wat de eigenschappen van kunststoffen zijn en waarvoor ze gebruikt worden
-wat composieten en bioplastics zijn
Uitleg+filmpje
Opdrachten maken

Slide 8 - Diapositive

3 Groepen materialen
  • Metalen (ijzer, koper, goud)
  • Kunststoffen/plastics (PVC, PET flessen)
  • Composieten (polyester, glasvezel, carbon)

Slide 9 - Diapositive

Kunststoffen

Slide 10 - Diapositive

Eigenschappen kunststoffen
  • Waterdicht
  • Scheurt niet snel 
  • Slechte geleiders van elektriciteit en warmte 
  • Ze worden nauwelijks aangetast door de omgeving

Belangrijkst: kunststoffen kun je vaak zo ontwerpen dat ze precies geschikt zijn voor jouw doeleinde

Slide 11 - Diapositive

Bioplastics
Bioplastics zijn kunststoffen die worden gemaakt van stoffen die van natuurlijke producten zijn gemaakt dus hernieuwbaar zijn. 
Hernieuwbaar betekent dat ze in principe niet op raken. 
Vaak zijn bioplastics biologisch afbreekbaar (niet altijd). 

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
Maak opdracht 13 tm 22 vanuit je boek

Klaar? Laat controleren

Slide 13 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen
Aan het einde van de les kun je
-verschillende kunststoffen en hun eigenschappen benoemen
-uitleggen en uitwerken van monomeer naar polymeer
Aan de slag

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Thermoharder/thermoplast
Thermoharder: wordt niet zacht bij verwarmen (stopcontact).
Thermoplast: wordt wel zacht bij verwarmen (plastic flessen).
Thermoplasten kan je recyclen.
Elastomeren: elastisch

Slide 16 - Diapositive

monomeer en polymeer
Monomeer: 1 enkele molecuul
Polymeer: samengevoegde monomeren

Dit proces heet: polymerisatie


Slide 17 - Diapositive

Aan de slag
https://nl.surveymonkey.com/r/SXRQ6WP

Maak opdracht 23 tm 30. Je mag dit samen doen. 
Klaar? Laat controleren

Slide 18 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik paragraaf 1 tm 3
Doelen
-Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe ze metalen en kunststoffen recyclen
Uitleg
Aan de slag
Opdrachten laten controleren en nakijken
Test jezelf maken

Slide 19 - Diapositive

5.4 recyclen
  • stoffenkringloop= hoe een stof circuleert dus fig 27  boek
  • recylen Al(s) (=secundair Al) kost veel energie maar veel minder dan Al(s) via elektrolyse uit bauxiet halen
  • elementenkringloop =circulatie van een element zoals Al of Fe
  • zware metalen hebben een grote dichtheid én zijn slecht voor de gezondheid
  • KCa =klein chemisch afval
  • plastic recylen kan niet met alle soorten vanwege additieven (=toevoegingen zoals weekmakers en kleurstoffen)

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 4 uit je boek

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten van paragraaf 1 tm 4 na
Klaar? Maak de test jezelf en kijk deze na

Slide 22 - Diapositive