3.4 Verzekeren? Deel 1

H3 De bank en jouw geld

3.4 Verzekeren?
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3 De bank en jouw geld

3.4 Verzekeren?

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- Herhaling 3.3 Zou je wel lenen?
- 3.4 Verzekeren? Deel 1
- Tussentijds zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Diapositive

Herhaling 3.3 Waarvoor zou je sparen?
Je kunt nu

- Benoemen welke redenen je kunt hebben om te lenen √
- De kosten van een lening berekenen √
- Benoemen welke soorten leningen er zijn √
- Benoemen waarom koop op afbetaling ook een lening is √

Slide 3 - Diapositive

Welk leenmotief is het?

Abdul wil niet sparen voor een zeilboot, Daarom leent hij
A
Tijdelijk geldtekort
B
Iets duurs nu kopen
C
Onverwacht geld nodig
D
Hypothecaire lening

Slide 4 - Quiz

Welk leenmotief is het?

De koelkast van Mats is kapot gegaan. Hij leent om een nieuwe te kopen.
A
Tijdelijk geldtekort
B
Iets duurs nu kopen
C
Onverwacht geld nodig
D
Hypothecaire lening

Slide 5 - Quiz

Welk leenmotief is het?

Meyra sluit een lening af om haar eerste huis te kunnen kopen.
A
Tijdelijk geldtekort
B
Iets duurs nu kopen
C
Onverwacht geld nodig
D
Hypothecaire lening

Slide 6 - Quiz

Welk leenmotief is het?

Rian heeft te veel uitgegeven en staat rood op haar betaalrekening. Volgende week krijgt ze weer salaris.
A
Tijdelijk geldtekort
B
Iets duurs nu kopen
C
Onverwacht geld nodig
D
Hypothecaire lening

Slide 7 - Quiz

Je leent €3.000 en betaalt je lening in 24 maandtermijnen van €135 terug.
Bereken hoeveel je in totaal voor deze lening betaalt.

Slide 8 - Question ouverte

Soorten leningen?

Slide 9 - Carte mentale

Hoe noemen we het als je iets koopt maar in termijnen betaalt?
Je "leent" bij de winkelier

Slide 10 - Question ouverte

3.4 Verzekeren?
Leerdoelen:

Aan het einde van de les kun je

- Uitleggen wanneer het zinvol is om iets te verzekeren
- Een verzekeringspremie opzoeken of uitrekenen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Wel of niet verzekeren?
Verzekeren? Als het risico op diefstal of beschadiging groot is + waarde groot --> schade wordt dan door verzekeraar betaald. Alleen bij onzeker voorval!

Onzeker voorval: Gebeurtenis waarvan je niet weet wanneer en of dat ooit zal gebeuren (bijv. ongeluk of diefstal)

Polis: Schriftelijk of digitaal bewijs dat je verzekerd bent

Slide 14 - Diapositive

Verzekeren kost geld
Premie: Bedrag dat je aan de verzekeraar betaalt om verzekerd te zijn.

Verzekeraar gebruikt de premies:
- om schades te vergoeden
- om kosten te betalen (zoals personeel, gebouwen etc.)
- als reserve voor onverwachte grote schades
- als winst voor de verzekeraar

Als veel mensen verzekeren --> premie kan lager zijn

Looptijd = aantal maanden waarin je de lening terugbetaalt.

Kredietkosten: alle kosten die je meer terugbetaalt dan je geleend hebt.

Slide 15 - Diapositive

Opgave 2a blz 82

Wat is een onzeker voorval?

Slide 16 - Question ouverte

Opgave 2b

Of je iets moet verzekeren hangt af van twee dingen, welke?

Slide 17 - Question ouverte

Opgave 2c

Vul in:
1. Als je verzekerd bent, neemt de ........ het risico van jou over.
2. Een .... is het schriftelijke/digitale bewijs dat je verzekerd bent.

Slide 18 - Question ouverte

Opgave 3 blz 82
Je gaat even naar de winkel en vergeet je fiets op slot te zetten. Als je buiten komt, is je fiets verdwenen. Kies de juiste antwoorden:

1. De kans dat iemand je fiets zou stelen was groot/klein
2. Toch is dit wel/niet een onzeker voorval.
A
1. groot 2. niet
B
1. klein 2. niet
C
1. klein 2. wel
D
1. groot 2. wel

Slide 19 - Quiz

Opgave 4a blz 83

Een verzekeringsmaatschappij heeft in een jaar €8,1 miljoen aan premies ontvangen. Wat is premie?

Slide 20 - Question ouverte

Opgave 4b blz 83 Bekijk het diagram!

Na het betalen van de schadevergoedingen en de kosten houdt de verzekeraar een bedrag over. Bereken dit bedrag


Slide 21 - Question ouverte

Opgave 4c blz 83

Waar is dit overgebleven bedrag voor bedoeld? Noem twee bestemmingen.

Slide 22 - Question ouverte

Opgave 5 blz 83, gebruik de premietabel van Simplesurance!

Je hebt een telefoon van €275. Je verzekert het toestel een jaar tegen schade. Hoeveel premie moet je betalen?

Slide 23 - Question ouverte

Opgave 5 blz 83, gebruik de premietabel van Simplesurance!

De waarde van je telefoon is €275. Je betaalt €55 premie aan de verzekeraar. Hoeveel procent is de premie van de waarde van je telefoon?

Slide 24 - Question ouverte

Opgave 5c blz 83 Bekijk de premietabel van Simplesurance

Je oom verzekert zijn telefoon van €600 twee jaar tegen schade en diefstal. Hoeveel premie moet hij betalen?

Slide 25 - Question ouverte

Opgave 5d blz 83

Je oom verzekert zijn telefoon van €600 twee jaar tegen schade en diefstal. De premie die hij moet betalen is €171. Hoeveel procent is de premie van de waarde van zijn telefoon?

Slide 26 - Question ouverte

Afsluiting
Je kunt nu

- Uitleggen wanneer het zinvol is om iets te verzekeren √
- Een verzekeringspremie opzoeken of uitrekenen √

Slide 27 - Diapositive

www.yollen.nl
--> leerling -->
daniek.scholten@ctstorkcollege.nl

Slide 28 - Diapositive