Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij Nederlands!
Telefoon in je tas
Op tafel:
Leesboek
Kauwgum in de prullenbak
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
huiswerk bespreken
korte pauze
§6 stappenplan
maken/huiswerk
einde les
Slide 2 - Diapositive
Huiswerk
Maak cursus 1 §5 opdracht 2+3
Slide 3 - Diapositive
apps.noordhoff.nl
Slide 4 - Lien
Maak cursus 1 §5
opdracht 8 vanuit het werkboek
( blz 32-39)
Slide 5 - Diapositive
Korte pauze!
timer
5:00
Slide 6 - Diapositive
Stappenplan
lezen
blz 40
Slide 7 - Diapositive
Het stappenplan lezen
Als je een tekst leest voor een proefwerk of SO, volg je een aantal stappen. Bedenk voordat je leest waarom jede tekst leest. Bepaal dan welke stappen uit het stappenplan nodig zijn.
Slide 8 - Diapositive
Stap 1: Oriënterend lezen
Het doel van oriënterend lezen is het onderwerp van de tekst vinden.
1. Lees de titel, de tussenkopjes en bekijk de afbeeldingen (als die er zijn).
2. Lees de eerste (of eerste twee) alinea's.
3. Geef in een paaar woorden antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?
Slide 9 - Diapositive
Het doel van globaal lezen is om deelonderwerpen te vinden.
4. Lees van elke alinea de eerste en laatste zin.
5. Markeer met strepen in de linker kantlijn welke alinea's inleiding en slot zijn.
6. Markeer welke alinea's van het middenstuk bij elkaar horen. Welke alinea's gaan over hetzelfde onderwerp?
Stap 2: Globaal lezen
Slide 10 - Diapositive
De indeling van een tekst
Om een tekst te begrijpen, is het handig om te weten hoe een tekst in elkaar zit. Een goede tekst bestaat (meestal) uit
drie delen.
- Een inleiding;
- een middenstuk;
- een slot.
Slide 11 - Diapositive
Stap 3: Precies lezen
Het doel van precies lezen is weten waar de tekst over gaat.
7. Lees de tekst helemaal.
8. Onderstreep woorden die je niet kent.
9. Markeer de kernzin van elke alinea.
10. Noteer van elke alinea in een paar woorden het deelonderwerp in de kantlijn.
11. Noteer het tekstdoel.
12. Noteer de tekstsoort.
Slide 12 - Diapositive
Welke tekstdoelen ken je nog?
Slide 13 - Question ouverte
13. Onderstreep de hoofdgedachte van de tekst of schrijf die in je eigen woorden op. De hoofdgedachte is één zin waarin duidelijk wordt wat het belangrijkste is wat je over het onderwerp van de tekst te weten bent gekomen.
Stap 4: Afronden
Slide 14 - Diapositive
Met behulp van het stappenplan Lezen (blz. 10 in je boek), lees je de tekst op drie verschillende manieren. Zo kom je erachter wat nodig is om een tekst goed te begrijpen en een leesopdracht goed te maken.
.
Slide 15 - Diapositive
Met welke manier van lezen vind je ook alweer het onderwerp van een tekst?
A
Precies lezen
B
Oriënterend lezen
C
Nauwkeurig lezen
D
Begrijpend lezen
Slide 16 - Quiz
Waar let je op als je een tekst oriënterend leest?
Slide 17 - Question ouverte
Oriënterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Je bekijkt de titel, tussenkopjes en afbeeldingen van de tekst.
Je leest de tekst helemaal.
Je bepaalt welke delen van de tekst inleiding en slot zijn.
Lees de eerste alinea of de eerste twee alinea's.
Je noteert van elke alinea in een paar woorden het deelonderwerp in de kantlijn.
Je leest van elke alinea de eerste en de laatste zin.