hoofdpersonen en bijfiguren 4T

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Hoofdpersoon

Hoofdpersoon

• Het belangrijkste personage in het verhaal
• VAAK één hoofdpersoon, kan meer

Hoe weet je of het de hoofdpersoon is?

• uiterlijk/gevoelens/gedachte/handelingen
• je 'beleeft' vanuit de hoofdpersoon
• probleem of opdracht: de hoofdpersoon moet het probleem oplossen of de opdracht volbrengen

Bijfiguren

Bijfiguren

• Minder belangrijk
• Worden minder uitgebreid beschreven
• Verschillende rollen: helper, tegenstander

Personages beschrijven

• Uiterlijk van het personage
• Kenmerken: geslacht, leeftijd, gezondheid, achtergrond
• Karaktereigenschappen: wat iemand doet/zegt/denkt
• Relaties met andere mensen

Kijk naar de onderstaande afbeelding. Het is een Engelse (literaire) strip over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, Maus van Art Spiegelman. Beschrijf in een paar zinnen de personages in deze strip.

Welke vertelperspectieven ken je allemaal?

Vertelperspectief

1. Ik-vertelperspectief: de gebeurtenissen worden verteld door een personage in de ik-vorm. Je leest de gevoelens/gedachten van de hoofdpersoon.
   
2. Hij-/zij-vertelperspectief: de gebeurtenissen worden in hij- of zij-vorm verteld. Je beleeft de gebeurtenissen vanuit de hij-/zij-figuur 

Vertelperspectief

 3. Alwetende verteller: de alwetende verteller weet van alles over alle personages en gebeurtenissen. Soms heeft een alwetende verteller 'commentaar' op een verhaal.

Wisselend perspectief: personages wisselen elkaar af als hoofdpersoon (vaak per hoofdstuk)

Wat kan een vertelperspectief met een verhaal doen?

Wat ga je doen?

Blok 1 lezen

• Lees het verhaal
• Maak 3 en 4

Zelfstandig

Stilte

Vragen? Steek je vinger op

Klaar? Iets voor jezelf