1H herhaling haben/sein, uitspraak 24-3-2023

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herzlich Willkommen

beim Deutschunterricht

Regels in de klas

Voor Duits heb je bij je: boek 2, laptop en etui

Gedrag in de klas: 

bij binnenkomst, Handy (mobiele telefoon) in de telefoontas. Oortjes uit.

Laptop en boek op tafel, alles nog dicht. Wacht op instructie. Je bent stil.

Zelfstandig werken: in stilte of samen fluisterend.

Afsluiting: terugblik en huiswerk

Lessonup

klascode

 tinjj

Uitspraak Duitse letters

Je kunt woorden met een -G- goed in het Duits uitspreken.

Je kunt woorden met een -Z- goed in het Duits uitspreken

Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits

Nakijken oefening vorige keer

Schritt 17

Aufgabe 1 A, Seite 13

Uitspraak 

De spinner draait, 

Samen krijg je een beurt. 

Je spreekt samen het woord uit.

Je hebt 10 seconden.

Uitspraak 

De spinner draait, 

Samen krijg je een beurt. 

Je spreekt samen het woord uit.

Je hebt 10 seconden.

Zelfstandig werken

Maken:

Schritt 17

Aufgabe 3C, in tweetallen

Als je klaar bent dan in tweetallen Aufgabe 2.

Herhalen koppelwerkwoorden

haben / sein

vertaal:
wij hebben

1. ihr habt
2. wir haben
3. wir habt
4. ich habe

ich .................... (haben)

1. haben
2. habt
3. habe
4. hat

Haben: Er............

1. habt
2. hat
3. habet
4. hast

(haben) wir ......

1. habben
2. haben
3. habe

Het werkwoord haben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

Ihr .................... (haben)

1. haben
2. habt
3. habe

vertaal: ik heb

sein

1. waren
2. zijn

Ich ...........................(sein)

1. bin
2. bist
3. ist
4. sind

du .................... (sein)

1. sein
2. bist
3. sind
4. seid

er ........ (sein)

1. bist
2. seid
3. ist
4. sind

ihr .................... (sein)

1. bist
2. sind
3. bin
4. seid

Het werkwoord sein

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

   seit

 sein

 sein

vertaal: zij is

vertaal de zin:
ik heb een huisdier.

vul in:
............du ein Haustier?

1. habe
2. Hast
3. Ist
4. bin

vertaal:
Ik ben jarig.

Ik kan de werkwoorden haben/sein vervoegen

😒🙁😐🙂😃

Zelfstandig werken

Maken:

Schritt 18

Aufgabe 1, Seite 18

Aufgabe 2, Seite 19

Aufgabe 3, Seite19/20

Huiswerk voor 5 april

Maken: (machen)

Schritt 18 

Aufgabe 1, Seite 18

Aufgabe 2, Seite 19

Aufgabe 3, Seite19/20

Leren: (lernen)

Blau: Grammatik (grammatica): werkwoorden haben, sein                   Seite 114

Blau: Vokabeln (woordjes): Schritt 21                                                                Seite 54

Auf Wiedersehen