Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Vak: Wiskunde
Hoofdstuk: 2.2 Oplossen met inklemmen, deel 1.
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Diapositive
1. Lesopening
Pak je boek van wiskunde en
laat deze nog even dicht op tafel liggen.
Huiswerk controle:
2.1 - Opdracht 10 t/m E
Slide 2 - Diapositive
2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- Weet je wat een vergelijking is.
- Kun je oplossen met inklemmen.
Slide 3 - Diapositive
3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Jochem & Jamie
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Jessica, Gijs & Niek
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen en samen begeleid inoefenen.
Krystian & Jaysen
Slide 4 - Diapositive
Verdiept arrangement:
Verdiept: Jochem & Jamie
Huiswerk noteren + maken:
les: 2.2 oplossen met inklemmen, deel 1
blz: 66 en 67
opdr: 14 t/m 22
Slide 5 - Diapositive
Mini-check
leerlingen in het basisen intensief arrangement doen mee met de mini-check.
Slide 6 - Diapositive
3
30
9
14
2
16
10
32
28
15
14
7
11
40
18
Slide 7 - Question de remorquage
Hoeveel punten is de letter z waard?
A
12
B
6
C
4
D
3
Slide 8 - Quiz
Koos legt het woord lynx. De letter Y telt 3 keer mee. Hoeveel punten is de letter Y waard?
A
6
B
7
C
8
D
9
Slide 9 - Quiz
Ayah werkt in een supermarkt. Haar inkomsten berekent ze met de formule
Op een dag verdient Ayah € 37,40. Je gaat uitzoeken hoeveel uur Ayah gewerkt heeft. Zijn de inkomsten bij 10 uur werken meer of minder dan € 37,40?
A
Meer
B
Minder
Slide 10 - Quiz
Ayah werkt in een supermarkt. Haar inkomsten berekent ze met de formule
Op een dag verdient Ayah € 37,40. Je gaat uitzoeken hoeveel uur Ayah gewerkt heeft. Welk getal moet je voor tijd in uren invullen om € 37,40 als uitkomst te krijgen?
A
4
B
6
C
7
D
9
Slide 11 - Quiz
Wie maakt wat:
Drie of meer vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 2.2 deel 1, opdracht 14 t/m 22, blz. 66 en 67
De rest doet mee met begeleid inoefenen
Slide 12 - Diapositive
4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia.
Slide 13 - Diapositive
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (verdiept) + (3+ goed @minicheck)?
Jochem & Jamie: jullie maken zelfstandig les 2.2 opdracht 14 t/m 22 op blz. 66 t/m 67
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief) +(2- goed @minicheck)?