§3.2 - Zien

Welkom
- Schrift, boek op tafel
- Les §3.2 - Zien
- Vooruitblik.
Leerdoelen
Je kunt de delen van je oog benoemen en van ieder de functie noemen.
Je kunt beschrijven hoe je ogen werken.
Je kunt uitleggen hoe je kleuren waarneemt.
Je kunt uitleggen waardoor er steeds genoeg licht in je oog komt.
Je kunt uitleggen waardoor je scherp kunt zien.
Je kunt uitleggen wanneer iemand een bril nodig heeft.
Je kunt uitleggen hoe je diepte ziet.

Huiswerk

Lezen en maken §3.2
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
- Schrift, boek op tafel
- Les §3.2 - Zien
- Vooruitblik.
Leerdoelen
Je kunt de delen van je oog benoemen en van ieder de functie noemen.
Je kunt beschrijven hoe je ogen werken.
Je kunt uitleggen hoe je kleuren waarneemt.
Je kunt uitleggen waardoor er steeds genoeg licht in je oog komt.
Je kunt uitleggen waardoor je scherp kunt zien.
Je kunt uitleggen wanneer iemand een bril nodig heeft.
Je kunt uitleggen hoe je diepte ziet.

Huiswerk

Lezen en maken §3.2

Slide 1 - Diapositive

§3.2 Zien

Slide 2 - Diapositive

Ogen

Iris - gekleurde deel oog
Pupil - zwarte rondje
Wenkbrauwen


Traanklier en Traanbuis

Slide 3 - Diapositive

Doen
Je kunt de delen van je oog benoemen en van ieder deel de functie noemen.

Opdracht 3 en 4
Klaar? Start met de begrippenlijst/mindmap/overige opdrachten.

timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

In welk deel van de schedel ligt de oogbol?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe komt het dat de tranen over je wangen rollen als je moet huilen?

Slide 6 - Question ouverte

Je oog vanbinnen
Drie lagen:
1. Harde oogvlies - hoornvlies.
2. Vaatvlies + iris / pupil.
3. Netvlies

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Doen
Je kunt beschrijven hoe je ogen werken.

Opdracht 6, 7, 8
Klaar? Ga verder met de begrippenlijst/mindmap/overige opdrachten.

timer
7:30

Slide 9 - Diapositive

Leg in eigen woorden uit wat er gebeurt als je naar een boom kijkt.

Slide 10 - Question ouverte

Kleuren
Staafjes

Kegeltjes
3 soorten

Slide 11 - Diapositive

Kleuren zien

Slide 12 - Diapositive

Doen
Je kunt uitleggen hoe je kleuren waarneemt.

Opdracht 12, 13, 14
Klaar? Ga verder met de begrippenlijst/mindmap/overige opdrachten.

timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

De pupilreflex

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Doen
Je kunt uitleggen waardoor er steeds genoeg licht in je oog komt.

Opdracht 17

Klaar? Ga verder met de begrippenlijst/mindmap/overige opdrachten.

timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

Scherp zien
Je kan scherp zien doordat je je ooglens boller en platter kunt maken (= accomoderen).

Bol = dichtbij
Plat = veraf

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Een bril?
Korte oogbol = verziend = bolle lenzen bril (+)

Lange oogbol = bijziend = holle lenzen (-)

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Doen
Je kunt uitleggen waardoor je scherp kunt zien.
Je kunt uitleggen wanneer iemand een bril nodig heeft.

Opdracht 19, 21, 22, 23

Klaar? Ga verder met de begrippenlijst/mindmap/overige opdrachten.
timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Diepte
Diepte zien, oftewel 3D zien, is nodig om afstanden in te schatten!

Doen: Opdracht 27

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag!


Ga verder met de begrippenlijst/mindmap/overige opdrachten.
timer
5:00

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Aanspannen van kringspier bepaald de vorm van de les 
De natuurlijke vorm van de les is bol.

Slide 26 - Diapositive

Scherp zien 
Dichtbij: Bolle lens

Verweg:platte lens

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo