Klokkijken C3

Klokkijken
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Klokkijken

Slide 1 - Diapositive

Grote wijzer

Slide 2 - Diapositive

Kleine wijzer

Slide 3 - Diapositive

Analoge klok
Digitale klok

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

de ochtend
6 uur tot 12 uur

Slide 6 - Diapositive

de middag
12 uur tot 18 uur

Slide 7 - Diapositive

de avond
18 uur tot 24 uur

Slide 8 - Diapositive

de nacht
24 uur tot 6 uur

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Neem jouw schrift.
  1. Schrijf de datum van vandaag.
  2. Schrijf als titel: de klok.
  3. Schrijf het antwoord digitaal en voluit.                                              Voorbeeld: 12u00 = twaalf uur

Slide 11 - Diapositive

Hoe laat is het?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe laat is het?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe laat is het?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe laat is het?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Hoe laat is het?

Slide 17 - Question ouverte

Hoe laat is het?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe laat is het?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe laat is het?

Slide 20 - Question ouverte

Hoe laat is het?
A
1400 uur
B
Het is twee uur.
C
Het is 14 uur.
D
Het is 1 en 4 uur.

Slide 21 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is half zes.
B
Het is half zeventien.
C
Het is half vijf.
D
Het is 17 uur en 30 minuten.

Slide 22 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is half twaalf.
B
Het is half twee.
C
Het is half een.
D
Het is 30 minuten na 12.

Slide 23 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is twaalf uur.
B
Het is geen uur.
C
Het is vier nullen uur
D
Het is nul uur.

Slide 24 - Quiz

Wat is goed?
A
Het is ochtend.
B
Het is nacht.
C
Het is middag.
D
Het is avond.

Slide 25 - Quiz

Wat is goed?
A
Het is ochtend.
B
Het is nacht.
C
Het is middag.
D
Het is avond.

Slide 26 - Quiz

Wat is goed?
A
Het is ochtend.
B
Het is nacht.
C
Het is middag.
D
Het is avond.

Slide 27 - Quiz

Wat is goed?
A
Het is ochtend.
B
Het is nacht.
C
Het is middag.
D
Het is avond.

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Hoe laat is het?

Slide 30 - Question ouverte

Hoe laat is het?

Slide 31 - Question ouverte

Hoe laat is het?

Slide 32 - Question ouverte

Hoe laat is het?

Slide 33 - Question ouverte

Hoe laat is het?

Slide 34 - Question ouverte

Hoe laat is het?

Slide 35 - Question ouverte

Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.
vijf uur
elf uur
twee uur
dertien uur
zes uur
half 1
acht uur
negen uur

Slide 36 - Question de remorquage

Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.
half 2
kwart voor 11
kwart over 12
kwart over 9
kwart voor 10
half 1
kwart voor 12
kwart voor 9

Slide 37 - Question de remorquage

Slide 38 - Diapositive