Nederlands vwo 3, formuleren en woorden 1

Nederlands, 5.5: formuleren
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands, 5.5: formuleren

Slide 1 - Diapositive

Welkom
Lieve leerlingen, 
Welkom bij deze digitale les Nederlands. 
We gaan verder met formuleren en woorden. 
Je bent hier ongeveer 1 uur mee bezig. De andere les kun je gebruiken als leesles of om je andere opdrachten af te maken.
Heb je vragen? Stel ze in de Hangout!
Succes!
Groetjes, Mevrouw Sloterdijk

Slide 2 - Diapositive

Beknopte bijzin
Bekijk de volgende zinnen:

Na een appel te hebben gegeten, stapten we weer op de fiets.
Na een appel te hebben gegeten, reed de bus weer verder.

Wat valt je op?

Slide 3 - Diapositive

Beknopte bijzin
Bekijk de volgende zinnen:

Na een appel te hebben gegeten, stapten we weer op de fiets.
Na een appel te hebben gegeten, reed de bus weer verder.

Deze zinnen bestaan uit een bijzin en een hoofdzin. In de eerste zin is 'we' het onderwerp in beide delen van de zin. 

In de tweede zin is 'we' het weggelaten onderwerp in het onderstreepte deel, en 'de bus' het onderwerp in de hoofdzin. 
Het onderwerp is hier in beide delen dus iets anders, wat de zin fout maakt. 

We noemen dit: een foutieve beknopte bijzin.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Is dit een foutieve beknopte bijzin?

Staande op het balkon, trok de optocht door de straat.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Beknopte bijzin
Staande op het balkon, trok de vrolijke optocht door onze straat.

Het onderstreepte deel is een beknopte bijzin. Het heeft namelijk geen onderwerp en persoonsvorm. 

Het onderwerp van het tweede deel is 'de vrolijke optocht'. Die kan natuurlijk niet op een balkon staan en door de straat trekken. Dit onderwerp is dus niet het onderwerp van de bijzin.

Deze zin is dus foutief.

Slide 7 - Diapositive

Is dit een foutieve beknopte bijzin?

Luid zingend, werd de kip gebraden.
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Beknopte bijzin
Luid zingend, werd de kip gebraden.

Het onderstreepte deel is een beknopte bijzin. Het heeft namelijk geen onderwerp en persoonsvorm. 

Het onderwerp van het tweede deel is 'de kip'. Een kip zal (waarschijnlijk) niet luid zingen als hij gebraden wordt. 

Dit onderwerp is dus niet het onderwerp van de bijzin.

Deze zin is dus foutief.

Slide 9 - Diapositive

Foutief beknopte bijzin
Hoe verbeter je dan zo'n foutieve beknopte bijzin?


De regel is, dat het onderwerp in de bijzin hetzelfde moet zijn als in de hoofdzin.
Voeg dus een onderwerp en gezegde toe aan de bijzin.


Staande op het balkon, trok de optocht door de straat --> Terwijl ik op het balkon stond, trok de optocht door de straat.

Luid zingend, werd de kip gebraden --> Terwijl mijn moeder luid zong, werd de kip gebraden.

Na koffie te hebben gedronken, reed de bus verder --> Nadat we koffie hadden gedronken, reed de bus verder.

Slide 10 - Diapositive

Noteer of deze zin goed of fout is. Verbeter de zin als hij fout is.

Na Jake gekust te hebben, reed de bus mij gewoon voorbij.

Slide 11 - Question ouverte

Noteer of deze zin goed of fout is. Verbeter de zin als hij fout is.

Vrolijke liedjes zingend, schilden de leerlingen aardappels.

Slide 12 - Question ouverte

Noteer of deze zin goed of fout is. Verbeter de zin als hij fout is.

Treurige liedjes zingend, werden de aardappels geschild.

Slide 13 - Question ouverte

Noteer of deze zin goed of fout is. Verbeter de zin als hij fout is.

Uitgewuifd door haar moeder, zette de trein zich in beweging.

Slide 14 - Question ouverte

Noteer of deze zin goed of fout is. Verbeter de zin als hij fout is.

Alvorens onze handtekening te zetten, wees de notaris ons nog op enkele risico's.

Slide 15 - Question ouverte

Noteer of deze zin goed of fout is. Verbeter de zin als hij fout is.

Om middernacht thuisgekomen, ging Herman onmidellijk naar bed.

Slide 16 - Question ouverte

Noteer of deze zin goed of fout is. Verbeter de zin als hij fout is.

Na de toespraak te hebben aangehoord, begon de wedstrijd eindelijk.

Slide 17 - Question ouverte

Als het goed is, weet je nu wat een foutieve beknopte bijzin is en hoe je deze moet verbeteren.
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Goed bezig!
Ga naar deze site en maak de oefening:


Kom daarna hier terug.

Slide 19 - Diapositive

Hoeveel had je goed?

Slide 20 - Carte mentale

5.7 Woorden
Ga naar blz. 210 in je boek.

Maak opdracht 1 t/m 3 in je schrift.
Bewaar de antwoorden goed, zodat je ze na de vakantie kunt nakijken. Deze woorden komen ook terug op de toets.

Je mag de opdrachten ook via de site van Ta!ent maken.

Slide 21 - Diapositive

Goed bezig!
Dit was het voor deze week.

Gebruik de andere les om te lezen in je boek.

Heb je nog vragen? Stuur een mailtje, bericht in Hangout of stuur een uitnodiging in Meet.

Groetjes!

Slide 22 - Diapositive