2. Worden wie je bent

Pluriforme samenleving
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Pluriforme samenleving

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is cultuur?
A
Een groep mensen met tradities
B
Een groep mensen met normen en waarden
C
Alle normen, waarden en gewoonten van een groep samen
D
Alle normen en waarden bij elkaar

Slide 2 - Quiz

Cultuur = Een groep mensen met dezelfde normen, waarden en gewoonten
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
A
Multiculturele samenleving
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Tegencultuur

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Nederlandse cultuur is de dominante cultuur in dit land.
A
Dat is niet waar.
B
Dat is waar.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Marokkaanse cultuur in Nederland is en ...................cultuur
A
Dominante cultuur
B
Sub cultuur
C
Tegen cultuur
D
Geen cultuur

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Cultuur die zich binnen een cultuur actief verzet tegen de normen en waarden van die cultuur.
A
tegencultuur
B
verzetscultuur
C
landscultuur
D
jongerencultuur

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de pluriforme samenleving..
1. bestaat een grote culturele diversiteit
2. Leven verschillende cultuurgroepen deels naast elkaar en deels met elkaar
A
1 is juist 2 is onjuist
B
ze zijn allebei juist
C
ze zijn allebei onjuist
D
1 is onjuist 2 is juist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de beste omschrijving? Een pluriforme samenleving is een samenleving met:
A
Veel etnische groepen.
B
Een grote culturele diversiteit.
C
Evenveel allochtonen als autochtonen.
D
veel verschillende culturen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een allochtoon?
A
Iemand waarvan minstens één ouder in het buitenland is geboren
B
Iemand waarvan beide ouders in Nederland zijn geboren
C
Iemand die verhuist binnen het land

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kees de Vries is een autochtoon, want:

A
zijn ouders zijn vanuit België hier komen wonen.
B
hij heeft, net als zijn ouders, een Nederlands paspoort.
C
hij is, net als zijn ouders, in Nederland geboren en getogen.
D
hij spreekt de Nederlandse taal en heeft een Nederlandse naam.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer ben je een autochtoon?
A
Als je in NL bent geboren
B
Als jij en één van je ouders in NL is geboren
C
Als jij en je beide ouders in NL zijn geboren
D
Als je bent verhuisd naar NL

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel paragraaf 2

Aan het eind van deze les kun je...

- het verschil tussen nature en nurture toelichten
- verschillende socialiserende instituties benomen
- socialisatie uitleggen
- het verschil tussen jouw sociale en persoonlijke identiteit benoemen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het feit dat vrouwen vaak in deeltijd werken heeft te maken met
A
dat nl toch nog een masculiene samenleving is.
B
dat nl toch nog een feminiene samenleving is.
C
dat nl in een overgangsfase zit van een masculiene naar feminiene samenleving
D
dat nl in een overgangsfase zit van een feminiene naar een masculiene samenleving

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In het nature-nurture-debat staat de vraag centraal of het gedrag van mensen aangeboren of aangeleerd is. De meeste mensen gaan uit van een wisselwerking tussen beide.






Nature: aangeboren kenmerken (ritme, seksuele voorkeur)
Nurture: aangeleerde kenmerken (muziekvoorkeur, talen)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cultuuroverdracht
  • Cultuuroverdracht noemen we ook wel socialisatie

    Het proces waarbij iemand de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleert.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg met het begrip socialisatie uit dat mensen die in China zijn grootgebracht zich anders gedragen dan mensen die in Nederland zijn grootgebracht

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions



Waar vindt socialisatie plaats?


  • Socialiserende instituties: groepen en organisaties die specifieke waarden, normen en gewoonten overdagen. 
  • Zoals bijvoorbeeld je gezin, school, vrienden, media, verenigingen en de overheid.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Socialisatie
Hoe vindt het plaats?
  • imitatie (nadoen, kleine kinderen)
  • informatie (overbrengen van informatie door ouders, school, media)
  • sociale controle (anderen sturen je gedrag bij)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale controle
  • De manieren waarop mensen andere mensen stimuleren of dwingen om zich aan de geldenden normen te houden.

  •  Jouw omgeving stuurt jouw gedrag bij met sancties, dit kan zowel positief als negatief.
  • Negatief: bijvoorbeeld huisarrest, boetes.
  • Positief: bijvoorbeeld compliment, diploma.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

04:25
Leg uit waarom dit videofragment over socialisatie gaat.

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Internalisatie: je automatisch gedragen zoals de groep dit van jou verwacht. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijke identiteit


Iedereen ontwikkelt een persoonlijke identiteit. Dit zijn je aangeboren eigenschappen en je eigen culturele voorkeuren, zoals de muziek waar je van houdt.


Sociale identiteit


Je sociale identiteit bestaat uit de groepen en culturen waarmee je je verbonden voelt. We noemen dit ook wel groepsidentificatie.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Individualisme en collectivisme
In individualistische culturen krijgen mensen in grote mate de vrijheid om een persoonlijke identiteit te ontwikkelen. De nadruk ligt op individuele ontplooiing. Denk bijvoorbeeld aan de Nederlandse en Amerikaanse cultuur.
  

In collectivistische culturen ligt de nadruk op de sociale identiteit. Het collectief staat boven het individu. Gastvrijheid en de zorg voor naasten zijn in deze culturen belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan Arabische, Afrikaanse en Aziatische culturen.


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Masculiniteit en feminiteit
  • Masculine culturen: werelden van mannen en vrouwen zijn sterk gescheiden. Mannen leiden, vrouwen volgen.
  • Feminiene culturen: rollen van mannen en vrouwen lopen meer in elkaar over. 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit dat de Amerikaanse cultuur zowel individualistische als masculiene kenmerken heeft.

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van nature kenmerken is?
A
je oogkleur
B
De taal die je spreekt
C
de baan die je krijgt
D
je geverfde haarkleur

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nature is ....
A
Aangeleerd
B
Aangeboren

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij nurture?
A
Opvoeding
B
Voetbaltalent
C
Ritmegevoel
D
Agressiviteit

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nurture is
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onder nurture valt
A
Je geslacht (mannelijk of vrouwelijk)
B
Je seksuele voorkeur
C
Je religie
D
Je opleiding tot muzikant

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is je sociale identiteit?
A
Het beeld dat je van jezelf hebt
B
Je normen en waarden.
C
De identificatie met verschillende groepen
D
Je omgeving.

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Identiteit is...
A
alleen je karakter
B
wie je vrienden zijn
C
wie jouw ouders zijn
D
eigenschappen en ervaring

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is socialisatie?
A
Sociaal zijn
B
Je netjes gedragen
C
aanleren van gewoonten die passen bij je cultuur
D
alle normen en waarden van een maatschappij

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat de familie zich bemoeit met de partnerkeuze heeft te maken met de volgende cultuurdimensie..
A
masculien vs. feminien
B
collectivisme vs. individualisme
C
Individuele samenleving
D
Interesse en groepsbelang

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In masculiene culturen wordt van vrouwen verwacht dat zij meer tijd besteden aan het huishouden en kinderen dan mannen.
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken opdrachten in Google Classroom van paragraaf 4.2 en 4.3

Of:
Werken aan de praktische opdracht. 
 
De rest van de les tijd hiervoor



Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions