Woche_2_Les_1

9. Woche 3. März
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

9. Woche 3. März

Slide 1 - Diapositive

Was wir heute machen werden:
  • Uitleg: de regels van het grammaticale geslacht (der, die, das)
  • Oefenen
  • Uitleg: Het meervoud van zelfstandige naamwoorden
  • Oefenen

Slide 2 - Diapositive

Wij herhalen de grammatica hfd. 3
Je kunt ook eerst nog een keer de regel bestuderen (p. 78/79)
Bekijk dan het filmpje (zet evt op langzamer tempo, de vrouw praat een beetje snel.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

De woorden DE, HET en EEN zijn:
A
lidwoorden
B
zelfstandige naamwoorden
C
werkwoorden
D
eigennamen

Slide 5 - Quiz

DER (m)
DIE (v)
DAS (o)
DIE (mv)
Schule
Mädchen
Haus
Abend
Kuh
Kaninchen
Möglichkeit
Sommer
Kinder
Aufgaben

Slide 6 - Question de remorquage

das Substantiv (=het zelfstandig naamwoord)
  • Alle zelfstandige naamwoorden worden in het Duits met een hoofdletter geschreven. 

Slide 7 - Diapositive

das Substantiv (=het zelfstandig naamwoord)
Mannelijke woorden (der)
  • Mannelijke persoons- en diernamen: der Junge, der Stier
Vrouwelijke woorden (die)
  • Vrouwelijke persoons- en diernamen: die Mutter, die Kuh
  • De meeste zaaknamen (dingen) die eindigen op -e: die Adresse, die Toilette, die Banknote, die Lampe
  • Woorden die eindigen op -keit, -heit, -schaft & -ung: die Freiheit, die Möglichkeit, die Freundschaft & die Zeitung

Slide 8 - Diapositive

das Substantiv (=zelfstandig naamwoord)
Onzijdige woorden (das)
  • Veel het-woorden in het Nederlands zijn das-woorden in het Duits: das Fenster, das Haus, das Mädchen
Meervoud (die)
Regels daarover zijn te vinden onder Naslag in Neue Kontakte. Lernübersicht Kapitel 3.  Maar het beste is om de meervoudsvormen gewoon uit je hoofd te leren. 

Slide 9 - Diapositive

Mini-Prüfung
Aan de hand van een korte quiz gaan we even testen hoe goed je hebt opgelet en wat je daarvan nog weet.

Schrijf op welk lidwoord het woord krijg en welk geslacht het woord heeft. 

Slide 10 - Diapositive

Vul eerst het juiste lidwoord in en daarachter het geslacht.
(...) Mann (...)

Slide 11 - Question ouverte

Vul eerst het juiste lidwoord in en daarachter het geslacht.
(...) Flasche (...)

Slide 12 - Question ouverte

Vul eerst het juiste lidwoord in en daarachter het geslacht.
(...) Pferd (...)

Slide 13 - Question ouverte

Uitleg: NK 3C Hören

Slide 14 - Diapositive

Hausaufgaben für diese Woche
Online opdrachten maken in Neue Kontakte
- NK 3C Hören: An der Haltestelle
- NK 3E Zelfstandige naamwoorden

Slide 15 - Diapositive

Hast du noch Fragen?

Slide 16 - Question ouverte

Vooruitblik naar volgende les
Woche 2 - Les 2: Je meldt je aan het begin van de les en vertelt wat je gaat doen. Als je daarna geen vragen heb, dan mag je gaan. 

Slide 17 - Diapositive