Les 12 ZM2A 21/03/24

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wel op tafel:
Map
Pen
Feniksboeken

Welkom bij de Geschiedenisles ZM2A!
Niet op tafel:
Telefoon  of Zakkie
Laptop
Tas

timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

Programma deze les:
  1. Verder met Russische Revolutie, Lenin (en Stalin)
  2. Oefenen met beeldbronnen/spotprenten
  3. Herhalen periode 3
  4. Nu eerst snelle herhaling vorige les

 

Slide 3 - Diapositive

Herhaling
  • Tsaar
  • Lenin
  • Communisme

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

Kun je uitleggen hoe Rusland een communistisch land werd begin 20ste eeuw. (T1)


Kun je beargumenteren of je de ideeën van het communisme goed of niet goed vindt. (I)


Kun je herkennen en uitleggen hoe de Sovjet-Unie onder Stalin werd bestuurd. (T1)




















Slide 5 - Diapositive



De Sovjet Unie









Slide 6 - Diapositive

Leerboek p.70

Slide 7 - Diapositive

Rusland voor 1917
  • Keizerrijk (Russische keizer is een tsaar).

  • Grote verschillen tussen arm en rijk.

  • Bondgenoot van Engeland en Frankrijk vóór en tijdens de Eerste Wereldoorlog (tot 1917).

  • Veel boeren en weinig fabrieken

Slide 8 - Diapositive

Maak opdracht 1 (werkboek blz. 140) 
IN STILTE!
timer
3:00

Slide 9 - Diapositive



Russische Revolutie
1917



Slide 10 - Diapositive

Oorzaken Russische Revolutie
  1. De boeren zijn arm en er is hongersnood

  2. Politiek gezien bepaalt de tsaar, er is geen democratie.

  3. Grote verliezen in de Eerste Wereldoorlog

  4. Lenin komt naar Rusland = de aanleiding

Slide 11 - Diapositive


Communisten o.l.v. Lenin grijpen de macht
1917-1924

Slide 12 - Diapositive

Hoe zag de Sovjet-Unie onder Lenin er uit?
  • Eén partij heeft de macht: de Communistische Partij. Dit heet ook wel: éénpartijstaat

  • Geheime politie rekent af met ‘vijanden’ van de Revolutie

  • Er is geen privé-bezit, alles is van de staat. 

  • Vrede met Duitsland

Slide 13 - Diapositive

Communisme
  • Gelijkheid: geen standen meer.

  • Geen bezit: alles is van de staat

  • Iedereen verdient hetzelfde: geen verschil arm en rijk.

  • Tijdens de economische crisis erg aantrekkelijk voor veel mensen!

    De oplossing voor de problemen?

Slide 14 - Diapositive

Maak opdracht 3 (werkboek blz. 141) 
IN STILTE!
timer
3:00

Slide 15 - Diapositive


De Sovjet-Unie 
onder Stalin
1924-1953

Slide 16 - Diapositive


De Grote Leider?


  • Om het volk te laten zien dat hij de beste leider was voor het beste volk, in het beste land, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider: een vader voor het volk.
  • Dit is een vorm van propaganda
  • Ook verheerlijkte hij de boeren en arbeiders; zij zijn de helden van het land.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Beeldanalyse
  • 1. Lees het onderschrift. Door wie is de bron gemaakt? Wanneer is de bron gemaakt? Heeft de bron een bijschrift? Wat weet je over de maker?

  • 2. Beschrijf wat je ziet in de bron. Denk hierbij aan kleding, spullen, auto’s, wapentuig, gebouwen, personen, dieren, ect. (Wat stellen deze onderdelen voor? Herken je bepaalde landen, personen?)

  • 3. Wat gebeurt er op de bron? Kijk hierbij naar acties, bewegingen en emoties. (Wat doen de personen op de bron? Welke gebeurtenis gaat de bron over?)

  • 4. Wat is de boodschap van de maker van de beeldbron? Hoe weet je dat? (zijn personen negatief of positief afgebeeld?)





Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive


Vijfjarenplan

  • Stalin wilde de Sovjet-Unie snel groot en machtig maken.
  • Daarom economische verandering: vijfjarenplan (de staat bepaalde wat en hoeveel er werd geproduceerd)

  • Stalin wilde laten zien dat de Sovjet-Unie een machtiger land was dan andere Europese landen.

Slide 25 - Diapositive


Grote Terreur

Stalin vertrouwde niemand...
  • De NKVD (geheime politie, nu KGB) hield alles in de gaten.
  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en werden in een schijnproces tot zware straffen veroordeeld.
  • Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.

Slide 26 - Diapositive

Angst

Slide 27 - Diapositive

Goelag

Slide 28 - Diapositive

Herhaling periode 3
Paragraaf 4.1


- Oorzaak en gevolg
- Aanleiding

- Moord of Franz Ferdinand (1914)

- Militarisme, 
- nationalisme, 
- modern imperialisme,
- bondgenootschappen, 
- ontstaan Duitsland,
- wapenwedloop

Slide 29 - Diapositive

Herhaling periode 3
Paragraaf 4.1


Paragraaf 4.2
- Oorzaak en gevolg
- Aanleiding

- Moord of Franz Ferdinand (1914)

- Militarisme, 
- nationalisme, 
- modern imperialisme,
- bondgenootschappen, 
- ontstaan Duitsland,
- wapenwedloop

- Von Schlieffenplan
- België, Nederland en Luxemburg neutraal
- Vastgelopen in de modder in België
- Loopgraven 
- Zigzag
- Loopgraafvoeten en Shellshock

- 1918: Amerika raakt betrokken bij de oorlog --> Duitsland geeft zich over

Slide 30 - Diapositive

Herhaling periode 3
Paragraaf 4.1


Paragraaf 4.2
Paragraaf 4.3
- Oorzaak en gevolg
- Aanleiding

- Moord of Franz Ferdinand (1914)

- Militarisme, 
- nationalisme, 
- modern imperialisme,
- bondgenootschappen, 
- ontstaan Duitsland,
- wapenwedloop

- Von Schlieffenplan
- België, Nederland en Luxemburg neutraal
- Vastgelopen in de modder in België
- Loopgraven 
- Zigzag
- Loopgraafvoeten en Shellshock

- 1918: Amerika raakt betrokken bij de oorlog --> Duitsland geeft zich over
- 1919: Verdrag van Versailles
- Duitsland krijgt de schuld:

- Herstelbetalingen
- Leger moet krimpen
- Land teruggeven
---> Duitsland voelt zich vernederd

- Weimarrepubliek
- Volkenbond
- 1929: economische crisis
- Dawesplan

Slide 31 - Diapositive

Herhaling periode 3
Paragraaf 4.4


- Communisme
- Fascisme:
    - Sterke leider
    - Niet denken maar doen
    - Verheerlijking van geweld
    - Nationalisme
----------> Rassenleer / hiërarchie
----------> Zondebok: antisemitisme
- Nationaal-socialisme

- Opkomst Adolf Hitler
- Nazi-partij NSDAP in 1933 aan de macht

Slide 32 - Diapositive

Herhaling periode 3
Paragraaf 4.4


Paragraaf 4.5
- Communisme
- Fascisme:
    - Sterke leider
    - Niet denken maar doen
    - Verheerlijking van geweld
    - Nationalisme
----------> Rassenleer / hiërarchie
----------> Zondebok: antisemitisme
- Nationaal-socialisme

- Opkomst Adolf Hitler
- Nazi-partij NSDAP in 1933 aan de macht
- Tsaar
- Volk ontevreden, want:
    - Ongelijkheid
    - Hongersnood
    - Veel soldaten gesneuveld
- 1917: Russische revolutie
- Communisme
- Lenin 1917-1924
- Stalin 1924-1953
- Geheime dienst
- Propaganda
- Terreur
- Vijfjarenplannen 

Slide 33 - Diapositive